Op bedevaart en in dialoog gaan

Op de voorgrond

Van 21 tot 25 november trekken de bisschoppen van België op ad-liminabezoek naar Rome

  • Ad-liminabezoek is pelgrimage naar apostolische bronnen van de Kerk
  • Achttien ontmoetingen met curieorganen en met de paus op agenda
  • Biedt bisschoppen kans tot bewustwording

Voor kardinaal De Kesel komt het ad-liminabezoek kort voor zijn emeritaat. © Vatican Media
Voor kardinaal De Kesel komt het ad-liminabezoek kort voor zijn emeritaat. © Vatican Media

Van 21 tot en met 25 november zijn de bisschoppen van België in Rome voor een zogeheten ad-liminabezoek, voluit ad limina apostolorum. Volgens het kerkelijk wetboek moet iedere diocesane bisschop geregeld een stand van zaken in zijn bisdom voorleggen aan de paus, moet hij zich bij die gelegenheid persoonlijk aandienen bij de paus en een bezoek brengen aan de graven van de apostelen Petrus en Paulus. De Latijnse uitdrukking ad limina apostolorum betekent dan ook ‘op de drempel (van de graven) van de apostelen’. In de regel hoort dat om de vijf jaar te gebeuren. Toch dateert het laatste ad-liminabezoek van onze bisschoppen al van 2010, toen nog bij paus Benedictus XVI. „Dat komt door de toename van het aantal bisschoppen wereldwijd”, zegt Herman Cosijns, secretaris-generaal van de bisschoppenconferentie in ons land. „Voor het Vaticaan is het een puzzel om al die bezoeken in te plannen. Daardoor vindt een ad-liminabezoek nu elke tien jaar plaats.”
Zo’n ad-liminabezoek heeft dus allereerst een karakter van een pelgrimstocht en drukt de band uit tussen de paus, die geldt als opvolger van de apostel Petrus, en de lokale bisschoppen, opvolgers van de apostelen. „Als pelgrims zullen de bisschoppen dagelijks eucharistie vieren,” legt Cosijns uit, „telkens in een van de vier grootbasilieken: Sint-Pieter, Sint-Paulus buiten de Muren, Sint-Jan van Lateranen en de Heilige Maria de Meerdere.”
Daarnaast staan achttien vergaderingen op de agenda met ruim twintig dicasteries, organen van de Romeinse curie, het apparaat waarmee de paus de wereldkerk bestuurt. Basis zijn de rapporten van elk bisdom die via de secretaris-generaal naar Rome werden gestuurd. „We kregen vanuit Rome een twintigtal vragen die door elk bisdom in ons land moesten worden behandeld”, zegt hij. „De onderwerpen zijn divers. Voor welke pastorale uitdagingen staan we? Welke ontwikkelingen bemoedigen ons? In welke culturele context bevinden we ons? Hoe „Sommigen zien dat als examen of beoordeling, maar die tijd is voorbij” is het gesteld met het religieuze leven, onderwijs, de liturgie? Kortom, alle aspecten van het Kerk zijn komen aan bod.”
Aan sommige ontmoetingen moet de voltallige bisschoppenconferentie deelnemen, zoals die met de tweede afdeling van het staatssecretariaat en die met de Dicasteries voor de Geloofsleer, de Goddelijke Eredienst, de Bisschoppen, de Geestelijkheid. Ontmoetingen met andere curiedepartementen, zoals de Romeinse Rota, een hoge kerkelijke rechtbank, zijn facultatief. „Sommigen zien een ad- liminabezoek als een examen of een beoordeling,” zegt Herman Cosijns, „maar die tijd is voorbij. Paus Franciscus staat een synodale aanpak voor. Die houding zet zich ook door in de Romeinse curie. Natuurlijk biedt het voor onze bisschoppen wel een extra kans tot bewustwording. Op welke vlakken doen we het goed? Waar is verbetering mogelijk? We hebben er echter alle vertrouwen in dat alle gesprekken de vorm van een dialoog zullen aannemen. Met al die gespreksstof gaan de bisschoppen en bisdommen dan in de weken en maanden erna aan de slag.” Overigens zullen de bisschoppen van België, net als die van Duitsland tijdens hun ad-liminabezoek, een extra ontmoeting hebben met de paus en de hoofden van de Vaticaanse dicasteries samen.
Ongetwijfeld zal de internationale (katholieke) pers benieuwd zijn naar de conclusies, allereerst na de ruime aandacht die eerder dit jaar uitging naar het initiatief van de bisschoppen in Vlaanderen tot onthaal van en gebed voor homoseksuele personen. „Dat onderwerp zal allicht ook aan bod komen”, zegt Herman Cosijns. „Ons document daarover is echter evenwichtig en aanvaardbaar voor de Kerk. Ik maak me dus geen zorgen daarover.”
Voor sommige bisschoppen wordt dit het eerste ad-liminabezoek. Voor andere, onder wie kardinaal Jozef De Kesel, komt het bezoek aan het einde van hun loopbaan. „Ook voor mij is het een orgelpunt, dicht bij mijn emeritaat”, besluit de secretaris-generaal.

Lees meteen verder

Ik ben nog geen abonnee

Word abonnee
voor €45
tot eind 2024

Registreer je hier