Religieuzen

Standpunt

Exact vier jaar geleden bracht Kerk & Leven een Dossier over het religieuze leven in Vlaanderen. We schreven toen: „Vorig jaar telde Vlaanderen 6.197 mannelijke en vrouwelijke religieuzen.” Deze week brengen we opnieuw een Dossier over hetzelfde thema. Inmiddels zakte het aantal religieuzen naar 5.000. Het gaat dus schrikbarend snel bergaf. Is het religieuze leven gedoemd te verdwijnen uit onze contreien?
Gelovigen maken zich vandaag zorgen over het parochiale leven. Veel kerken zijn op zondag schaars bevolkt, met grijze haren in de hoofdrol. Minder vaak zijn we bekommerd om het religieuze leven in kloosters en abdijen. Nochtans zijn dat de plekken waar het in onze contreien begon. Al in de vroege middeleeuwen vestigden monniken, vaak afkomstig uit Ierland, zich in de lage landen om er het Woord van God te verspreiden. De uit Engeland afkomstige Willibrord, die na een lang verblijf in Ierland het noorden van Nederland ging kerstenen, is 1.300 jaar na zijn dood nog steeds een bekende heilige.
Religieuze bakermatten als de Sint-Pietersabdij en de Sint-Baafsabdij in Gent waren ook in het wereldse leven maatschappelijke en economische ankerpunten. Abdijen waren niet enkel plekken van gebed en bezinning, maar ook van landbouw en wetenschap. Kennis werd er verzameld, opgeschreven, verbeterd, doorgegeven. Bij uw volgende glas bier of wijn kunt u er even bij stilstaan dat dergelijke godendranken wellicht niet (meer) zouden bestaan zonder de noeste arbeid en hoogstaande kennis van ettelijke generaties monniken.
In een recenter verleden werden kloosters de motor van het caritatieve leven in Vlaanderen. Hoeveel scholen, ziekenhuizen, rusthuizen en welzijnsinstellingen ontstonden dankzij de inzet van zusters en paters? Dienstbaarheid onder de kerktoren tekende veel lokale We kunnen nog de gebouwen aanwijzen waar we in onze jeugd de lokale zusters aan het werk zagen kloosters. Vooral die kloosters zagen we de voorbije decennia in ijltempo verdwijnen. De meesten onder ons kunnen nog de gebouwen aanwijzen waar we in onze jeugd de lokale zusters aan het werk zagen.
Het afkalven van het kloosterleven lijkt ons minder te raken dan de achteruitgang van de parochies, maar dat is slechts schijn. We beseffen onvoldoende dat religieuzen in onze kerkelijke geschiedenis vaker en langer de motor van het geloofsleven waren dan parochieverbanden. Hun wereldse werk ten dienste van scholieren, zieken of ouderen wordt voortgezet door leken, maar wie neemt hun rol van gebed en contemplatie over?
Het is ironisch dat de westerse wereld afscheid neemt van het religieuze leven in een periode waarin zo veel mensen de behoefte voelen zich (tijdelijk) te onttrekken aan de drukte en snelheid van het moderne leven. Terwijl overheden subsidies uittrekken om stilteplekken te creëren, terwijl tal van organisaties bezinningen of meditaties organiseren, kwijnen de ultieme plekken van stilte en meditatie zachtjes weg.
Her en der slagen ordes en congregaties er nog in enkele jongeren aan te trekken. Ook religieuzen van buitenlandse origine bieden een beetje soelaas. Dat zal niet volstaan. Moeten we ruimte maken voor nieuwe wegen? In de boeddhistische traditie kan men ook tijdelijk monnik worden, zonder levenslang engagement. Is zoiets denkbaar in het katholicisme? Waarom zou iemand niet een deel van haar of zijn leven in dienst van God kunnen stellen? Zou dat beter inspelen op de behoeften en attitudes van onze tijd?
Wat de toekomst brengt, weten we niet. Dankbaarheid om het verleden is hoe dan ook gepast. Laten we alvast goed zorgen voor de religieuzen die ons nog resten. Velen zijn hoogbejaard. Na een leven van inzet voor anderen verdienen ze onze zorg op hun oude dag.

Lees meteen verder

Ik ben nog geen abonnee

Word abonnee
voor €45
tot eind 2024

Registreer je hier