De les van Lourdes

Standpunt

 

 
 

 

 
 

”Naar het buitenland reizen of vakantie in eigen land nemen? Voor velen was die vraag deze zomer een dilemma. Een luxeprobleem natuurlijk, want de meeste bewoners van onze planeet gaan nooit op vakantie. Wij kozen finaal voor Frankrijk. Niet te ver weg, met de eigen wagen. En op het platteland, ver van alle drukte en mogelijke besmettingen. Zo verzeilden we enkele dagen in de Pyreneeën, waar het goed wandelen is.
De Pyreneeën? Dat roept bij vele lezers ongetwijfeld een spontane associatie op. Lourdes uiteraard. Het wereldberoemde bedevaartsoord ligt aan de voet van dat gebergte, je ziet er de pieken op de achtergrond. Het kriebelde dan ook. Zullen we even in Lourdes halt houden? Niet gaan was geen optie.
De voorbije maanden las u in Kerk & leven dat de Lourdesbedevaarten dit jaar werden afgelast, door de coronacrisis. Duizenden landgenoten zagen hun bedevaart in het water vallen. Voor wie droomde van een portie troost, hoop en verbondenheid kwam dat hard aan, maar het kon helaas niet anders. Niet enkel in ons land, maar zowat overal moet de zieke of lijdende mens het dit jaar stellen zonder Lourdes.
Dat was eraan te zien. Het was schrikken. Lourdes is deze zomer een spookstad. Rond het heiligdom van Onze-Lieve-Vrouw ligt een wijk die uitsluitend bestaat uit hotels, het ene naast het andere. Alles samen 169 stuks volgens de toeristische dienst, goed voor 24.000 bedden. Het hoogste aantal van Frankrijk, na Parijs. Dat is ook nodig voor een stadje dat normaal gezien zes miljoen bezoekers per jaar trekt. Dit jaar was daar niets van te merken. Alle hotels waren gesloten. Rolluiken waren neergelaten, stalen poorten beletten de toegang. Straten waren uitgestorven. Alsof de hemel dat beeld kracht wilde bijzetten, begon het te miezeren. Na dagen van stralende zon treurde ook het weer om de trieste De kaars vertelde ons dat het licht sterker is dan de duisternis aanblik van het anders zo levendige bergstadje.
Rond het heiligdom liepen hooguit enkele tientallen mensen, verdwaasd en verbaasd, verloren in een zee van leegte. Toch was er aan de grot een viering gaande, al was het maar voor een handvol dapperen, met regenjas en paraplu. Een Italiaanse priester sprak er over Maria Goretti, kindheilige en patrones van de jonge meisjes en van de slachtoffers van aanranding en verkrachting. Vrolijk werden we er niet van.
Toch waren het juist die mensen die ons eraan herinnerden waarvoor we waren gekomen. We wilden een kaars branden voor de lezers van Kerk & leven, in het bijzonder voor hen die normaal gezien zelf naar Lourdes zouden gaan. Als zij niet naar Lourdes kunnen, brengen we Lourdes naar hen. Aan de overkant van de rivier, in de daartoe ingerichte kapel, hebben we – met mondmasker en ontsmette handen, u kent dat – een vlammetje laten oplichten voor u. Zo was u ook dit jaar heel even bij Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes.
Lang zijn we niet gebleven, maar het deed wel deugd. Het schouwspel van leegte en verlatenheid riep schijnbaar wanhoop op, maar de kaars wist beter. De kaars vertelde ons dat het licht sterker is dan de duisternis. Ze leerde ons dat troost en hoop altijd om de hoek wachten. Wat uitzichtloos lijkt, hoeft dat niet te zijn. Altijd worden we gehoord en begrepen, eindeloos worden we gekoesterd en bemind. Aan de vooravond van haar feestdag beseffen we dat we welkom zijn bij Maria voor bemoediging en een woordje voorspraak.
De coronacrisis zal nog vele maanden duren, mogelijks zelfs enkele jaren. Geen idee of we volgend jaar naar Lourdes kunnen. Als gelovigen staan we er gelukkig nooit alleen voor. Altijd worden we gedragen en aangepord om elkaar te dragen. Dat is de les van Lourdes. Dat leert ons een onooglijk vlammetje.”

 
 

Lees meteen verder

Ik ben nog geen abonnee

Krijg 1 maand toegang
voor €5
OF

Word abonnee
voor €45
tot eind 2024

Registreer je hier