Zij bezaten alles gemeenschappelijk

Dossier

„Er was niemand die iets van zijn bezittingen zijn eigendom noemde. Integendeel, alles stond ter beschikking van de gemeenschap”, beschrijft Paulus in Handelingen 4, 32 de eerste christelijke gemeenschappen. We verstaan het graag als richtsnoer, niet letterlijk. Toch kiezen sommigen vandaag bewust voor een vorm van delen die verder gaat dan christelijke solidariteit. Voor hen wordt delen een levenshouding. kerk & leven legde zijn oor te luisteren bij mensen die hun leven op een bijzondere manier delen.

Het echtpaar De Bakker-Helsen stelde zijn gezin open voor adoptiekinderen en pleegkinderen. „Zij roepen ons op en geven ons kansen.” © De Bakker-Helsen
Het echtpaar De Bakker-Helsen stelde zijn gezin open voor adoptiekinderen en pleegkinderen. „Zij roepen ons op en geven ons kansen.” © De Bakker-Helsen

Breken en delen en meer mens worden

Hildegonde Helsen en Marcel de Bakker delen al meer dan 46 jaar lief en leed. Ze ontmoetten elkaar toen Helsen haar studies tropische geneeskunde beëindigde en ze huwden onder het motto ‘we leven niet voor onszelf’. Op het vlak van delen hadden beiden, als oudste van vijf kinderen, van thuis al heel wat praktijkervaring meegekregen. En met een nonkel pater in India was wereldbetrokkenheid belangrijk voor Hild Helsen.
Tijdens bijeenkomsten van Marriage Encounter leerden ze veel. Marcel de Bakker: „We voelden ons zo bemind als koppel dat we die liefde niet voor onszelf wilden houden.” Ze kregen drie gezonde jongens, maar een almaar sterker wordend appel om solidair te zijn met het Zuiden bleef wringen bij Hild Helsen. Ze adopteerden een kindje uit India. Al snel volgde er een uit Haïti. Na een toevallig contact met een adoptiedienst in Wallonië die een thuis zocht voor kinderen met een beperking, vervoegde Dominique met het syndroom van Down het gezin. Marcel de Bakker: „Het leek een logische stap. Ging onze blik eerst de wijde wereld in, dan keken we stilaan voor eigen voeten.”
Intussen werd het koppel gevraagd een adoptiedienst op te starten voor kinderen met een beperking. „Gods uitnodiging is zo sterk, dat je niet kunt weigeren”, duidt Helsen. „Soms vragen wij ons ook af: ‘Vraagt Hij dat ook van ons?’ Hij liet ons echter nooit in de steek. ‘God met ons’, Ik zal er zijn. Dat ervoeren we sterk.”
Na Marcel de Bakkers diakenwijding was het het koppel duidelijk dat de zorg voor kinderen hun apostolaat zou zijn. Ze vonden een nieuwe thuis voor een vijftigtal kinderen. „Soms was er geen gezin beschikbaar. Zullen we dat kind dan zelf opvangen? Is dat onze weg? Na overleg met onze kinderen gingen we ervoor. Zo kwamen verscheidene kinderen met een mentale en/of fysische beperking bij ons. Dag in dag uit gaan we samen op pad. Breken en delen, vallen en opstaan en samen meer mens worden.” Want, begon hun verhaal vele jaren geleden met het delen van hun kant, gaandeweg werd het accent verlegd. Marcel de Bakker: „Die kinderen roepen ons, zij vormen ons, geven ons kansen, delen met ons. Als je dat in wederwoord kunt doen, is dat zalig.”
Uiteraard liep en loopt het niet altijd van een leien dakje, erkennen beiden grif. „Soms moesten we kinderen opnieuw afgeven, maar in moeilijke en onmogelijke situaties mochten we keer op keer ervaren dat Hij ons leidt.”
Inmiddels telt het gezin De Bakker-Helsen zeventien kinderen en tal van pleegkinderen. En nog zit het echtpaar niet stil. Onlangs startte het De Bakkerij, voor gezinnen met kinderen met een verstandelijke beperking. „Er is weinig aanbod voor hen op het vlak van zingeving en verdieping. In De Bakkerij kunnen ze elkaar ontmoeten, bidden, brood breken en delen. Samen.” (ivh)

 

Zuster Trees Cooman (uiterst rechts) in haar gemeenschap. De zusters gaan bewust om met middelen evenals met mensen. © Violet Corbett Brock
Zuster Trees Cooman (uiterst rechts) in haar gemeenschap. De zusters gaan bewust om met middelen evenals met mensen. © Violet Corbett Brock

Niets bezitten en toch delen uit Gods liefde

In het begin was er Gods Liefde. Die Liefde kregen we en we worden opgeroepen ze te delen. Zo verwoordt Trees Cooman (64) haar roeping om haar leven te delen met God en met andere zusters. Ze maakt deel uit van Monasterium Zonnelied, een gemeenschap van zestien clarissen in Oostende.
Van thuis uit kreeg Trees Cooman een sterk rechtvaardigheidsgevoel mee.„Dat besef dat sommigen te veel hebben en anderen te weinig, terwijl iedereen toch maar één mond heeft en één bed nodig heeft, weerklonk sterk bij Franciscus en Clara.” De soberheid in de clarissengemeenschap trok haar aan. „We hebben geen vaste inkomsten. We leven van de opbrengst van het gastenverblijf, onze hostie- en pottenbakkerij”, vertelt ze. „Zelf bezit ik niets. Ik heb geen bankrekening. Heb ik iets nodig, dan moet ik overleggen. Dat doet bewust nadenken over wat je echt nodig hebt.”
„Natuurlijk beschikken we over het strikt noodzakelijke”, pareert de zuster mijn volgende vraag. „We hebben onze eigen kledij en een op maat gemaakt habijt. Ik koester wat snuisterijen en foto’s als persoonlijke herinneringen. En we hebben elk onze kamer, die dezelfde vorm heeft, maar waarin we eigen accenten leggen. Grappig hoe wat gelijk is, toch door ieder anders wordt ingevuld.”
De zusters gaan niet enkel bewust om met geld en middelen, ook met mensen. „We verschillen van leeftijd, afkomst, karakter, opleiding. Het komt erop aan elkaars mens-zijn te delen. Van daaruit proberen we te leven volgens het evangelie. Elkaar dragen en soms verdragen, zorgen voor elkaar, maar ook elkander hoogachten voor wie elk is.”
Als clarissen leven ze bewust dicht bij de natuur. „We sorteren nauwgezet. Het is een vorm van delen van onze schepping. We delen één computer. Sinds kort hebben we een auto. Die gebruiken we enkel om oudere zusters te vervoeren. Boodschappen doen we met de fiets.”
Zonnelied verwelkomde twee zusters uit Roeselare en een claris uit Boom, gemeenschappen die werden opgegeven. „Ze krijgen een kamer, een kast, een plek in de kapel. Wij zetten wat van ons gerei weg zodat zij ook vertrouwde spullen mee kunnen brengen. Dat fysieke plaatsmaken helpt innerlijk ruimte te maken, zodat ons huis een heuse thuis wordt voor de nieuwkomers.”
Nieuwe intredes zijn er niet. „Dat weegt”, erkent zuster Trees. „Het geloof in God staat op een laag pitje. Tegelijk ervaren we dat zo veel mensen zoeken naar verdieping en stilte. We trachten een antwoord te bieden op die nood door onze spiritualiteit te delen. Drie keer per jaar initiëren we belangstellenden in christelijke meditatie. Tot het einde van dit jaar zijn we haast volzet. Dat stemt hoopvol.” (ivh)

 

Het theaterproject Trial of Money, een creatie van initiatiefnemer van Common Wallet Christophe Meierhans, doet nadenken over geld. © Kaaitheater
Het theaterproject Trial of Money, een creatie van initiatiefnemer van Common Wallet Christophe Meierhans, doet nadenken over geld. © Kaaitheater

Leren leven uit dezelfde portemonnee

Het Brusselse project Common Wallet (gemeenschappelijke portemonnee) is even radicaal als eenvoudig. De tien deelnemers gebruiken slechts één zicht- en spaarrekening waarop ze alle inkomsten uit werk, uitkeringen, terugbetalingen en kindergeld laten storten. Vervolgens gebeuren vanuit dezelfde rekening alle gebruikelijke uitgaven, zoals huur, afbetalingen, dagelijks leven, maar ook het eventuele sparen voor de kinderen.
„Onze ervaringen en levenssituaties zijn divers”, zegt theatermaakster Ingrid Vranken, een van de tien leden. „Onze groep telt gehuwden, al dan niet met kinderen, evenals personen die al ervaring hebben met radicale levensvormen of net niet. We hebben geen ideologische paraplu, maar we werken allen wel in de kunstensector in Brussel. Sommigen zijn in dienst van een culturele instelling en hebben een vast loon, anderen zijn freelancers. Christophe Meierhans (verbonden aan het Kaaitheater, n.v.d.r.) bedacht Common Wallet als een structuur om op een andere wijze middelen te delen, want soms heeft een kunstenaar een tijdlang geen inkomen. Twee jaar geleden begon het als een experiment van drie maanden, maar intussen doen we gewoon voort.”
Goede relaties maken de formule mogelijk. De tien leden gebruiken een app om te communiceren over hun inkomsten en uitgaven en ze houden wekelijks een vergaderontbijt. De functie van secretaris van de groep wisselt maandelijks. „We functioneren op een systeem van radicaal vertrouwen en grote generositeit”, zegt Ingrid Vranken. „Het gevolg is dat de angst verdampte om krap bij kas te zitten. Het systeem schept rust. Het is echter ook een oefening in persoonlijke ontwikkeling. Aan wat wil ik geld besteden? Hoe wil ik consumeren? Die vragen worden weggehaald bij het gezin en in de groep gelegd. Tegelijk leren we hoezeer geld een emotionele lading heeft gekregen. Door te delen en geld te beschouwen als iets gemeenschappelijks, komen we daarvan los. Eigenlijk hebben alle mensen alles al gemeenschappelijk, want er is slechts één planeet.”
Kan Common Wallet niet fout lopen? „We oordelen niet over elkaars noden en controleren elkaar niet”, zegt Vranken. „Niemand komt in de verleiding om plotseling meer te gaan uitgeven. Feit is dat we allemaal eigenlijk niet zo veel verdienen. Onze groep is vrij homogeen. We hebben geen belangstelling om verder te groeien, maar het zou interessant zijn dat er meerdere groepen met Common Wallet ontstaan, met bijvoorbeeld mensen met hogere inkomens. Geld is allerminst neutraal, zeker vandaag niet. Common Wallet onthult allerlei facetten van geld en vraagt een correctie vanuit het samenzijn. Het biedt een context binnen dewelke geld op een andere manier kan functioneren, niet als pasmunt, maar als datgene dat onze cultureel ingebedde economische patronen zichtbaar maakt.” (eds)

 

Brigitte de Mahieu herbergt in haar eigen huis vluchtelingen, soms voor enkele dagen, soms voor weken. © Erik de Smet
Brigitte de Mahieu herbergt in haar eigen huis vluchtelingen, soms voor enkele dagen, soms voor weken. © Erik de Smet

Kruis van migranten helpen dragen

Wanneer we willen aanbellen bij Brigitte de Mahieu, wenkt een Oost-Afrikaanse jongeman, die in de keuken de vaat doet, ons naar binnen. Brigitte ontvangt migranten in haar eigen huis, in het kader van de dienst Bed-Bad-Brood van het Burgerplatform voor Steun aan de Vluchtelingen in Brussel. Sommigen blijven enkele dagen, anderen vele weken. De meesten zijn Eritreërs op weg naar het Verenigd Koninkrijk.
„In 2015 kon Mehdi Kassou het niet langer aanzien dat honderden migranten in Brussel buiten moesten slapen en lanceerde toen het burgerplatform, maar voor mij begon alles met de lectuur van het levensverhaal van Aristide de Souza Mendes, die Joden hielp ontsnappen aan de Holocaust”, vertelt Brigitte de Mahieu. „Dichterbij bewonderde ik mijn buurman Jef Van Genechten die in alle stilte veel deed voor daklozen. Tijdens zijn uitvaart zei ik tegen mezelf: ‘Doe jij ook eens iets.’ Mijn nichtje wist van het platform en in 2017 bracht een chauffeur hier de eerste twee jongens.”
Intussen is de zolder van haar huis een heuse loft geworden met vijf bedden en een badkamertje. Het burgerplatform selecteert de gasten, migranten die wachten op een kans om door te reizen of in ons land asiel aanvragen. Soms keren gasten terug, soms ook niet.
Wat Brigitte de Mahieu doet, is niet onwettelijk, maar is het niet gevaarlijk? „Helemaal niet, migranten ontvangen doet zonder meer deugd”, antwoordt ze. „Nog nooit was ik zo gelukkig als nu. Het zijn lieve en dankbare mensen. Ze helpen bij de vaat en ze koken graag zelf. Ik leer van alles over vreemde culturen. ’s Avonds doen we vaak samen gezelschapsspellen, wat hen helpt om alle problemen en teleurstellingen even te vergeten. Als ze in het land van hun dromen geraken, begint echter vaak een tweede kruisweg. Vaak bellen ze me ’s nachts uit Engeland om hun miserie te uiten. Ik kan niets doen, alleen maar luisteren.”
Vanwaar zo’n verregaand engagement? Het antwoord blijkt het evangelie. „Ik was lang lid van gebedsgroepen, maar je moet je geloof ook in praktijk durven te brengen”, zegt Brigitte de Mahieu. „Mattheus 25, 35 – Want Ik had honger en gij hebt Mij te eten gegeven, Ik had dorst en gij hebt Mij te drinken gegeven, Ik was vreemdeling en gij hebt Mij opgenomen – is de kern van mijn geloof. Christus valt te ontmoeten in iedere mens. Dit is wat ik met mijn leven voor Christus kan doen. Gelovigen of ongelovigen, wij volgen allemaal Simon van Cyrene en helpen vluchtelingen hun zware kruis te torsen.” (eds)

Lees meteen verder

Ik ben nog geen abonnee

Krijg 1 maand toegang
voor €5
OF

Word abonnee
voor €45
tot eind 2024

Registreer je hier