Een moeilijke tijd voor verzoeners

Op de voorgrond

Heeft Wereldoorlog I ons nog iets te leren? De lessen lijken vooral van strategische aard

  • Rode draad in vijf jaar herdenken is dat we nooit nog oorlog willen
  • Minder aandacht voor de consequenties van die wens
  • Gelijkenissen tussen de wereld nu en honderd jaar geleden

Coming World Remember Me huldigt de 600.000 slachtoffers van de Grote Oorlog. © Belga Image
Coming World Remember Me huldigt de 600.000 slachtoffers van de Grote Oorlog. © Belga Image

Wanneer we op 11 november een eeuw Wapenstilstand vieren, is dat het slotstuk van vijf jaar intensief herdenken. Tussen 2014 en nu schiepen beeldend kunstenaars oorlogsmonumenten, vertelden kleine en grote tentoonstellingen de verhalen van gewone mensen in oorlogstijd en lieten concerten en voordrachten de pijn om overleden zonen en de vreugde om vrede weerklinken. Er was schoonheid, er werden verbanden gelegd met wie het vandaag, hier of elders, moeilijk heeft en met de plaats van vrede in het dagelijkse samenleven.
Is alles daarmee verteld? „Tijdens een internationale conferentie onlangs vroeg militair historicus Hew Strachan zich af of de focus op het individuele verhaal ons het grote niet doet vergeten”, zegt Sven Biscop van het Egmont – Koninklijk Instituut voor Internationale Betrekkingen. „Wat was de strategische achtergrond van de oorlog? Wat gebeurde er en waarom? Dat interesseert me. De lessen die we nog kunnen leren uit de Eerste Wereldoorlog zijn van strategische aard. Zeker omdat de wereld nu lijkt op die vlak vóór de oorlog, een multipolair systeem met grootmachten die tegelijk samenwerken en elkaar beconcurreren.”
„Nooit meer oorlog”, echode het door menig herdenkings- initiatief, want was al dat geweld niet zinloos? „Zoals iedereen vind ik oorlog een beleidsinstrument dat je beter niet gebruikt”, zegt Biscop. „Er zijn echter omstandigheden waarin je het nodig hebt en je kunt niet zeggen dat België destijds zinloos de wapens opnam. Dan beledig je zij die sneuvelden omdat we opkwamen voor onze vrijheid en onafhankelijkheid.”
De wens dat er nooit meer oorlog zal zijn, mag volgens Biscop bovendien geen slogan blijven. „Die wens heeft consequenties, onder meer dat een goede defensie nodig is”, zegt hij. „Het is een paradox, maar hoe beter onze defensie, hoe kleiner de kans dat we ze nodig hebben. In 1914 was België niet voorbereid. De dienstplicht was een jaar ingevoerd, ook al was het een publiek geheim „Europa moet staan voor een wereldorde waarin plaats is voor iedereen” dat er een plan bestond om Frankrijk via België aan te vallen. We bleven ook handel voeren met Duitsland. Vandaag primeert het economische nog steeds op het veiligheids- en buitenlandbeleid.”
Een oorlog tussen landen lijkt in West-Europa dan ook iets van lang geleden. „Klassieke interstatelijke oorlogen komen echter nog voor”, zegt Biscop. „Sinds de Tweede Wereldoorlog voorkomt nucleaire afschrikking ze hier, maar de spanningen nemen toe. Oekraïne is in oorlog met Rusland en China claimt nadrukkelijk de soevereiniteit over de Zuid- en Oost-Chinese Zee.”
„De belangrijkste les die de Eerste Wereldoorlog ons aanreikt, is daarom dat we absoluut moeten voorkomen dat er opnieuw twee grote blokken tegenover elkaar komen te staan, Europa en de Verenigde Staten tegenover China en Rusland bijvoorbeeld”, besluit Biscop. „Dan kom je onvermijdelijk terecht in een confrontatielogica. Europa zou moeten doen wat de Duitse staatsman Otto von Bismarck in de negentiende eeuw deed, goede relaties uitbouwen met alle grootmachten. Wij moeten aangeven dat we weliswaar nauwe banden hebben met de VS, maar dat we ook een duidelijke plaats zien voor China en dat we op lange termijn een relatie met Rusland willen aangaan.”
Alleen staat Europa daar op dit moment niet sterk genoeg voor. Sven Biscop: „We missen een gemeenschappelijk economisch beleid en bovendien is er de veranderde houding van de Verenigde Staten. In de negentiende eeuw beschermde het Verenigd Koninkrijk wereldwijd de scheepvaart en de vrijhandel. Het hield vol, ook toen Duitsland het dankzij die Pax Britannica voorbijstak als grootste macht. De Amerikaanse president Donald Trump neemt nu echter afstand van de Pax Americana, omdat hij niet vindt dat de VS een dienst aan de rest van de wereld te vervullen hebben. Hoe meer competitie, hoe meer stabiliteit, luidt het. Europa blijft staan voor regels en verdragen, maar een bemiddelende en verzoenende rol spelen is vandaag erg moeilijk.”

Lees meteen verder

Ik ben nog geen abonnee

Krijg 1 maand toegang
voor €5
OF

Word abonnee
voor €45
tot eind 2024

Registreer je hier