Geen wereldvrede zonder vrijheid van godsdienst

Column

Vrede op aarde en een goede gezondheid, dat wensen we elkaar – naast meer persoonlijke dingen – in deze kerst- en nieuwjaarsdagen veelvuldig toe. Toch lijkt het weinig waarschijnlijk dat die vrede op aarde zich de komende decennia voltrekt. Dat er niet meteen een nieuwe wereldoorlog dreigt, is geen reden voor kortzichtig optimisme. Honderd jaar geleden leek een wereldoorlog ook niet aan de orde en toch barstte in 1914 de hel los. Daarna volgde één lange aaneenschakeling van geweld en massamoorden door fascistische, nazistische en communistische regimes, die ons nochtans een ideale maatschappij hadden voorgespiegeld.
<br>Bovendien kunnen we moeilijk het leed negeren van de velen die deze dagen, in Afrika en elders, voor kleinschalige oorlogen op de vlucht zijn en daardoor zijn veroordeeld tot een mensonwaardig bestaan. Terzelfder tijd voltrekt de eenwording van onze planeet zich op een heel ander vlak. Door de enorme impact van de amusements- en consumptiegoederenindustrie leidt de modernisering tot een uniformering van de smaak. Spijkerbroeken, sportschoenen, t-shirts, frisdranken, hamburgers en popmuziek zijn doorgedrongen tot in de meest afgelegen uithoeken. De manier waarop de westerse cultuur als een pletrol over de traditionele culturen walst, roept bij sommige religies evenwel verzet op tegen louter materialistische waarden en gedragsnormen. Niet alleen in tal van islamitische landen leidt dat tot fundamentalisme en conflicten met de machthebbers.
<br>Dat alles maakt de rol van religies in de samenlevingen allesbehalve eenduidig. Hoewel we anno 2011 zouden kunnen verwachten dat godsdienstvrijheid een verworven recht is, zijn het vaak religieuze leiders zelf die daartoe, al dan niet met de hulp van seculiere machthebbers, de nodige obstakels opwerpen. De dramatische situatie waarin de christenen in het Midden-Oosten, maar ook in Algerije, Sudan, Pakistan en in delen van Indonesië en India trachten te overleven, getuigt daarvan.
<br>Paus Benedictus XVI vraagt dan ook niet toevallig in zijn jaarlijkse boodschap voor de Dag van de Wereldvrede, op 1 januari, aandacht voor de godsdienstvrijheid. Godsdienstvrijheid. Weg naar vrede luidt de titel van zijn boodschap waarin hij benadrukt dat vrede tussen volken niet mogelijk is als er geen godsdienstvrijheid heerst. Zonder het proces van een of ander land te maken, verwijst de paus naar de moordpartij die op 31 oktober in de Syrisch-katholieke kathedraal van Bagdad aan meer dan vijftig gelovigen het leven kostte. Hij betreurt dat aan het begin van het derde millennium miljoenen mensen nog altijd niet voor hun geloof kunnen uitkomen zonder hun leven te riskeren, terwijl het anderen verboden is van godsdienst te veranderen.
<br>De pauselijke nieuwjaarsboodschap is evenwel meer dan een appel voor meer godsdienstvrijheid voor christenen alleen. Benedictus XVI gaat ook uitvoerig in op de constructieve rol van godsdiensten in een geseculariseerde maatschappij waarin ze mee ijveren voor een meer humane samenleving. Hij hekelt daarbij de vaak subtiele manier waarop Kerk en geloof in het seculiere Westen naar de marge van de maatschappij worden verdreven. Tot slot onderstreept hij dat geweld nooit met geweld wordt overwonnen.
<br>Verzoening, vrede en verantwoordelijkheid zijn de sleutelwoorden in Benedictus’ discours over de rol van de religie in de publieke moraal. Volgens hem bestaat er niet zoiets als de magie van de vooruitgang. Elke stap vooruit vergt inspanning, verantwoordelijkheid, ethos. En daar moeten de religies toe bijdragen. Niet dat geloof vanzelf een betere wereld schept, maar het wekt en verstevigt de morele krachten die dammen opwerpen tegen de verleiding onze vrijheid te misbruiken ten koste van anderen.
<br>

Lees artikel

Lees meteen verder

Ik ben nog geen abonnee

Word abonnee
voor €45
tot eind 2024

Registreer je hier