Pleidooi voor meer vertrouwen en minder angst

Column

Is onze samenleving in de ban van de angst? En waarover maken wij ons zorgen? Deze vragen komen aan bod in ons dossier (zie bladzijde 14 en 15). We legden ze voor aan een minister, aan een vormingswerker en aan de kinderrechtencommissaris. Onafhankelijk van elkaar besloten ze dat vooral onze hang naar perfectie en het besef dat niet alles maakbaar en controleerbaar is, ons opzadelt met een ondefinieerbare angst. Dat heeft gevolgen voor de manier waarop we onze politici beoordelen – maar vooral veroordelen –, voor de opvoeding van onze kinderen en, niet het minst, voor het vertrouwen in onszelf en in de medemens.
<br>Als die medemens een politicus is, blijkt dat vertrouwen beschamend zwak. Volgens een recente studie heeft 83 procent van de Belgen geen vertrouwen meer in politici. Een historisch dieptepunt. De vele opeenvolgende regeringscrisissen van de voorbije jaren zijn daar ongetwijfeld niet vreemd aan. Maar er is meer. De wereldwijde financiële en economische crisis, de klimaatverandering en de migratiestroom hebben de mythe van de politieke almacht doorgeprikt. Die kwesties vereisen een internationale aanpak, waarbij de wereld-mogendheden en de grote multinationals een doorslaggevender rol spelen dan politici van een klein land. Die voelen zich vaak even machteloos als de doorsnee burger.
<br>Een realistischer kijk op onze situatie in de wereldcontext kan het onderlinge vertrouwen alleen bevorderen en de angst en de overbezorgdheid helpen te verminderen. Temeer omdat er voor die angst maar weinig redenen zijn. We hebben het materieel goed, we leven langer dan ooit en de meesten van ons behoren tot een van de weinige generaties in de wereldgeschiedenis die nooit een oorlog hebben meegemaakt. Toch zitten velen gevangen in een soort van ‘stel dat’-syndroom. Ze hebben de neiging zich het ergste in te beelden, ook al gebeurt dat in 99 procent van de gevallen niet.
<br>Wie voortdurend bang is voor ziekte en dood, lijdt vaak aan hypochondrie: een overdreven bezig zijn met de gezondheid waardoor bijna elk symptoom, hoe onschuldig ook, leidt tot een emotionele spiraal van angst en ziekelijkheid. Hypochonders zien zichzelf als een kwetsbaar doelwit van alle mogelijke ziekten. Het lijkt er sterk op dat onze hele samenleving lijdt aan een of andere vorm van hypochondrie. We praten onszelf allerlei denkbeeldige angsten aan. Dat wil niet zeggen dat er geen gevaar dreigt of dat we achteloos moeten leven. Wie zijn leven evenwel door angst laat leiden, ontbreekt het aan de zekerheid dat God aanwezig is en dat Hij ons in zijn genade steunt en draagt. In plaats van voortdurend te piekeren over al het negatieve dat hem kan overkomen, wordt van een christen veeleer verwacht dat hij denkt „aan alles wat waar en edel is, alles wat rechtvaardig en zuiver is, alles wat eervol is” (Fillipenzen 4,8).
<br>Bezorgdheid voor de toekomst is geen overbodige luxe. Overbezorgdheid en ongegronde angst zijn dat wel. Ze hollen ons vertrouwen uit, ondermijnen onze hoop en ontnemen ons de vreugde van een overvloedig leven in Christus. Jezus riep ons nochtans op ons geen zorgen te maken voor de dag van morgen: „Kijk naar de vogels in de lucht: ze zaaien niet, ze maaien niet, en slaan geen voorraden op in schuren” (Matteüs 6, 25). Toch doen wij niet anders dan voorraadschuren aanleggen. Desalniettemin horen we voortdurend klagen.
<br>Moge het hoogfeest van Pasen, de dag van de verrijzenis en de vervulling, voor ieder van ons een gelegenheid zijn om vrij van zorgen te leven. Misschien luidt dat het begin in van een nieuw vertrouwen en een optimisme waar onze tijd zo’n nood aan heeft.

Lees artikel

Lees meteen verder

Ik ben nog geen abonnee

Krijg 1 maand toegang
voor €5
OF

Word abonnee
voor €45
tot eind 2024

Registreer je hier