Kleine ergernissen, heuse rampen en doffe ellende

Column

De fratsen waarop de weergoden ons de afgelopen weken vergastten, waren voor velen nog maar eens een les in nederigheid. Terwijl ouderen klaagden dat ze door sneeuw en ijzel hun huis niet uit konden, trachtten op woensdag 10 februari duizenden automobilisten vruchteloos hun werkplaats te bereiken. Samen verloren ze die dag maar liefst 935.000 uur op de weg. Goed voor een maatschappelijke kostprijs van 20 miljoen euro. De schuldigen daarvoor waren meteen gevonden: de weermannen en -vrouwen, de strooi-diensten en, uiteraard, de minister van Mobiliteit.
<br>Zo gaat het nu eenmaal in een samenleving waarin allerlei denktanks onmiddellijk het kostenplaatje presenteren en waarin de burgers niet langer tolereren dat hun leven door iets of iemand wordt verstoord – zelfs niet door weersomstandigheden. Meteen de zondebokken ter verantwoording roepen, luidt het devies. Niet voor niets werd ons decennialang voorgehouden dat the sky the limit was, kortom, dat alleen de hemel onze torenhoge verwachtingen kon temperen. Vlogen we in 1969 al niet naar de maan? En nu, ruim veertig jaar later, laten we ons door enkele centimeter sneeuw inpakken… Voor de hedendaagse mens is dat onbegrijpelijk. Alle wetenschap die hij de voorbije eeuwen verwierf en waarop hij zo trots is, wordt in een mum van tijd tot één simpel gebaar gereduceerd: het strooien van zout op de weg. Net zoals ze in de middeleeuwen de duivel angst trachtten aan te jagen.
<br>Amper vijf dagen na die memorabele ‘filedag’ verzonken alle kleine ergernissen daarover in het niet bij het bericht dat in het station van Buizingen twee treinen op elkaar waren ingereden. De zware tol aan dodelijke slachtoffers en zwaargewonden dompelde het land niet alleen in diepe rouw, het drama leerde ons nog maar eens hoe vergankelijk dit leven is, hoe rampzalig een doordeweekse dag kan beginnen, en hoe kleine en menselijke fouten fatale gevolgen kunnen hebben. Het is vreemd om zeggen, maar rampen en ongevallen, hoe afschuwelijk ook, lijken een maatschappij soms duidelijk te maken wat wel en wat niet belangrijk is.
<br>Het vervolg van het scenario van de treinramp in Buizingen is voorspelbaar. De slachtoffers zullen worden herdacht, experts zullen lijvige rapporten opstellen over de oorzaken, de schade zal worden bepaald en het leven zal, op dat van de getroffen families na, zijn gewone gang hernemen. Laten we intussen – als we dan toch een poging doen alles in een breder perspectief te plaatsen – alvast Haïti niet vergeten. Ruim een maand na de verwoestende aardbeving die er het leven kostte aan zowat 220.000 mensen, wordt het aantal ontheemden op 1,2 miljoen geschat. Het is de hoogste tijd dat ze een onderdak krijgen, want het regenseizoen staat voor de deur en dan dreigen verwoestende modderstromen nog meer ravage aan te richten. En dan hebben we het nog niet gehad over de massale tekorten aan voedsel en medische hulp, over het miljoen weeskinderen en over de sociale ontwrichting die op grote schaal leidt tot plunderingen en verkrachtingen door criminele bendes.
<br>Vandaar, beste lezer, dat we het de komende weken en maanden in kerk & leven nog vaak over Haïti zullen hebben. Veel Vlaamse missio-narissen en congregaties verdienden er hun sporen. Uit getuigenissen en brieven blijkt hoe groot de schade is die hun projecten door de aardbeving hebben geleden. Nu de Haïtianen hun steun broodnodig hebben, mogen wij hen niet aan hun lot overlaten.

Lees artikel

Lees meteen verder

Ik ben nog geen abonnee

Krijg 1 maand toegang
voor €5
OF

Word abonnee
voor €45
tot eind 2024

Registreer je hier