Humanisme zonder God is onmenselijk

Column

We zijn bang geweest om onze waarden op te dringen aan allochtonen. Niet meteen een uitspraak die je zou verwachten van een groen politicus, en al zeker niet van iemand als Luckas Vander Taelen. Het waren de rellen in Molenbeek en de dagelijkse spanningen in zijn woonplaats Vorst, die hem ertoe aanzetten. „Waarom durven wij niet opkomen voor wat eigenlijk essentieel is: respect voor de wetten en de waarden van het land waarin wij leven?”, vroeg hij zich af in De Standaard. „Misschien moeten we toch eens nadenken over hoe we op een assertieve manier kunnen duidelijk maken dat wij durven verdedigen wat wij belangrijk vinden.”
<br>Ik kan een glimlach niet onderdrukken. Is het niet precies dat opdringerige karakter dat de Kerk zo vaak verweten werd? Zo vaak en zo scherp, dat heel veel katholieken vandaag niet meer durven toegeven dat ze naar de kerk gaan, niet meer durven zeggen dat ze hun geloof waardevol vinden en het niet meer durven meegeven aan hun kinderen? Intussen hebben we geleerd: pas imposer mais proposer, niet opleggen, maar aanbieden.
<br>En hoezeer we vandaag ook in ons hoekje gedrumd zijn, af en toe bekruipt ons toch nog altijd die bekoring om het eens krachtig (noem het assertief) tegen ‘die ongelovigen’ te zeggen: een samenleving zonder God is een zielloze samenleving. Het is maar al te waar, maar het geloof veronderstelt vrijheid. Het moet in alle vrijmoedigheid en op een geloofwaardige manier worden voorgesteld. Je kunt het geen ingang doen vinden door het mensen door de strot te rammen.
<br>Wat ik wil zeggen is dit: op dezelfde manier zullen mensen ook nooit normen en waarden aanvaarden, als ze die niet vanuit zichzelf belangrijk vinden. Wanneer wij vandaag bekommerd zijn om het doorgeven van morele waarden aan nieuwe Belgen – en dat zijn we heel terecht, dan moeten we die waarden allereerst voorleven. Dat kunnen we maar op een geloofwaardige en consequente manier doen, als we ze niet afsnijden van hun grondslag.
<br>Dat „wat wij belangrijk vinden” van Luckas Vander Taelen deed mij denken aan een paragraaf uit de sociale encycliek Liefde in waarheid van paus Benedictus XVI, verschenen in juli. Een taaie brok, zeker, maar de moeite van het doorbijten waard. „De willekeurige selectiviteit van alles wat vandaag als te eerbiedigen wordt gepresenteerd, is verbazingwekkend”, zo lezen we. Onverschilligheid is het kenmerk geworden van onze houding tegenover wat waardevol is en wat niet. De paus had het in deze paragraaf met name over het respect voor het ongeboren leven.
<br>Wat wij belangrijk vinden lijkt, inderdaad, niet altijd zo eenduidig. Onze waarden hebben vaak te lijden onder het aanvoelen van het moment. Als we niet aanvaarden dat de grondslag ervan buiten onszelf ligt, dan zijn ze gedoemd te verwateren. „Het humanisme dat God buitensluit, is een onmenselijk humanisme”, zo stelt de paus. Zo’n humanisme maakt ons tot „gevangenen van de mode van het ogenblik”.
<br>Het is er de paus niet om te doen de hele wereld te leiden naar de schaapstal van de Kerk. Christenen hebben de plicht, zo lezen we, „hun inspanningen te verenigen met die van alle mensen van goede wil – aanhangers van andere religies of niet-gelovigen – opdat onze wereld werkelijk beantwoordt aan het goddelijke plan: leven als een familie onder het oog van de Schepper”. Een ideaal waar je moeilijk tegen kunt zijn, lijkt me.
<br>

Lees artikel

Lees meteen verder

Ik ben nog geen abonnee

Krijg 1 maand toegang
voor €5
OF

Word abonnee
voor €45
tot eind 2024

Registreer je hier