Geven is een kunst

Column

Eén miljard mensen op onze planeet lijden honger en leven in extreme armoede. Het is een van de schandaligste situaties van onze tijd, temeer daar het aantal hongerlijders blijft stijgen.
<br>De diepe armoede waarin een zesde van de wereldbevolking verkeert is hoe dan ook de meest ernstige bedreiging voor de wereldvrede. Wie meent dat asiel- en migratieproblemen te regelen vallen, vergist zich. Overal ter wereld kijken mensen met een lege maag naar dezelfde televisieprogramma’s. Wat zeggen ze dan bij zichzelf? „Brute pech dat we op de verkeerde plaats werden geboren.”?
<br>Het ergerlijke is dat er al tientallen jaren grote internationale organisaties bestaan om deze aanslepende problemen aan te pakken, maar dat de ellende in de wereld enkel maar is toegenomen. Wie wel eens in ontwikkelingslanden komt, leert snel dat er wat schort aan het hulpapparaat. Bovengetekende was zopas nog samen met Memisa op reis in het noorden van Burundi (zie het dossier in dit nummer) en stelde daar vast dat een grote internationale organisatie een plaatselijk gezondheidscentrum een elektronisch gestuurde bevallingsstoel had geschonken. Probleem is dat er op die plek geen elektriciteit en geen stromend water beschikbaar is. De stoel stond er dus ongebruikt bij. Wat is goede hulp? Die moet toch vertrekken vanuit de behoeften (en de mogelijkheden) van de plaatselijke mensen en gebaseerd zijn op partnerschap, ondersteuning en voortdurende bijsturing?
<br>Hemeltergend is ook dat sommige plaatselijke medewerkers een baan bij een internationale organisatie beschouwen als een winnend lot. Zo lijkt het of er in de ontwikkelingslanden een bevoorrechte kaste leeft van de miserie van hun landgenoten. In een pas verschenen boek stelt een Zambiaanse economiste dat het geld van overheden en internationale organisaties ‘doodlopende hulp’ is. Het leidt tot corruptie en houdt de armoede in stand.
<br>Terecht haalt paus Benedictus XVI in zijn in juli verschenen sociale encycliek uit naar het gebrekkelijk functioneren van de Verenigde Naties en zijn deelorganisaties. Daar ontbreekt het aan doorzichtigheid en democratische controle. Geld wordt er niet enkel nuttig besteed, maar ook besteed aan nutteloze doeleinden, en eigenlijk is dat ook ons geld, vergaard via belastingen en herverdeeld door de staat. De paus pleit in Caritas in veritate voor een heuse wereldregering, omdat slechts een dergelijk wereldomvattend orgaan de mensen van deze planeet kan behoeden voor de gesels van deze tijd.
<br>Tegelijk is de democratie te belangrijk om over te laten aan de staat. Ook de burgers hebben hun taak en hun verantwoordelijkheid. Sommige lezers van kerk & leven ergeren er zich wel eens aan dat ze geregeld ‘bedelbrieven’ van ontwikkelingsorganisaties aantreffen in hun parochieblad. Niet-gouvernementele organisaties weten inderdaad het kerkelijke publiek wel te vinden. Zij hebben een achterban nodig, een netwerk van vrienden en schenkers waarop ze kunnen terugvallen om eigen middelen te verzamelen. Onderzoek leert dat de gemiddelde Belg 6 tot 7 euro schenkt. Dat is beschamend weinig.
<br>Het sterke van de organisaties die in ons blad geregeld ter sprake komen is dat zij zweren bij partnerschappen. In het Zuiden worden partners gezocht die in een evenwaardige positie staan. Zelfstandigheid, eigen beheer en medeverantwoordelijkheid moeten de tref-zekerheid van de geboden hulp verhogen. Bewuste organisaties zelf hanteren een doorzichtige politiek en willen niets liever dan hun achterban meer te betrekken bij hun werk.
<br>Tegelijk is het opmerkelijk dat almaar meer mensen het zich persoonlijk aantrekken, en de handen uit de mouwen willen steken –vaak heel plaatselijk en in rechtstreeks contact met mensen in ontwikkelingslanden. Onze planeet is kleiner dan we soms menen.

Lees artikel

Lees meteen verder

Ik ben nog geen abonnee

Word abonnee
voor €45
tot eind 2024

Registreer je hier