Ons hart zacht maken voor Hem

Column

Het nieuwe kerkelijke jaar staat in het teken van de sacramenten. In een tijd waarin het geloof velen niet meer aanspreekt en de Kerk onder vuur ligt, klinkt het begrip ‘sacrament’ velen wellicht vreemd in de oren. Desalniettemin blijven ze, op scharniermomenten in het leven, er een beroep op doen: voor doopsel, eerste communie en vormsel, voor het huwelijk, bij ziekte en in stervensnood. Op die momenten hunkeren ze naar een ritueel. Omdat ze daarvoor bijna nergens anders terechtkunnen, richten ze zich tot de Kerk, ook al is hun vraag niet altijd gelovig gemotiveerd.
<br>Voor de Kerk is een sacrament meer dan zomaar een familiefeest, het is een ontmoeting met de Heer en dat is voor iedere overtuigde christen van wezenlijk belang. Die verbondenheid hebben wij, mensen, evenwel niet in de hand. „Je kunt het credo tot in de finesses doorgronden en veel afweten over het geloof, maar daarom heb je nog geen deel aan Gods intimiteit”, schrijven de Belgische bisschoppen in de brochure Opnieuw geboren worden. Leven vanuit de sacramenten (uitgeverij Licap, Brussel), die zij aan het begin van het nieuwe kerkelijke jaar publiceerden. „Het is een onverwacht wonder dat Hij, die ‘woont in ontoegankelijk licht’ (1 Timoteüs 6, 16) naar je toekomt. Dat wonder kun je niet eigenmachtig bewerkstelligen, er moet iets aan jou worden gedaan. Dat gebeurt door een wonder samenspel van woorden en gebaren dat wij ‘sacrament’ noemen.”
<br>Voor de katholieke Kerk komen de zeven sacramenten – doopsel, vormsel, eucharistie, huwelijk, biecht, priesterschap en ziekenzalving – van Jezus, al betekent dat niet dat hij ze alle zeven even uitdrukkelijk heeft ingesteld. Voor Paul Pas, theoloog en auteur van een standaardwerk over de sacramenten, deed Hij dat het duidelijkst met de eucharistie. Jezus vierde het avondmaal met zijn leerlingen en zowel bij Lucas als bij Paulus lezen we dat Hij daarna zei: „Blijf dit doen om Mij te gedenken” (Lucas 22, 19 en 1 Korintiërs 11, 24-25). Reeds in de Handelingen der Apostelen wordt vermeld dat de eerste christenen daartoe speciaal samenkwamen. Dat ook de biecht en de ziekenzalving van Jezus komen, moet volgens Pas dan weer blijken uit de nadruk waarmee Hij over vergevingsgezindheid sprak en uit zijn zorg en bekommernis voor de zieken.
<br>Hoewel de term ‘sacrament’ bij ons meestal verwijst naar de kerkelijke sacramenten, was de betekenis ervan in het vroege christendom veel breder. Volgens de Amerikaanse theoloog Marcus J. Borg was het Latijnse woord sacramentum een vertaling van het Griekse woord voor ‘mysterie’, in de betekenis van heilig mysterie. Het verwees naar elk geestelijk symbolisch voorwerp of gebruik met een heilig karakter of een heilige functie. In die zin is een sacrament een ritueel dat het heilige mysterie toegankelijk maakt. Die brede betekenis komt volgens Borg overeen met de manier waarop wij nu gewoonlijk over de christelijke sacramenten spreken: het zijn ‘middelen van genade’, manieren om het heilige over te brengen en ons hart open te stellen.
<br>Dat alles leert ons hoe onlosmakelijk de sacramenten met ons leven zijn verbonden. Ze zijn er als het ware uit gegroeid. Het zijn vieringen van sterke momenten, waarbij de gelovige Gods heilzame aanwezigheid erkent. Om deelgenoot te zijn van dat „wondere samenspel van woorden en gebaren”, vraagt de Kerk van ons dat we extra inspanningen doen om ons hart voor Hem te openen, dat we ons hart van steen omvormen tot een hart van vlees (Ezechiël 11, 19). Dan pas komt ons hart tot leven en kunnen we ruimte scheppen voor een andere werkelijkheid en ‘nieuwe’ mensen worden. Zowel voor het gelovige individu als voor de Kerk als gemeenschap biedt deze tijd daartoe vele kansen.
<br>

Lees artikel

Lees meteen verder

Ik ben nog geen abonnee

Word abonnee
voor €45
tot eind 2024

Registreer je hier