Geluksgevoel komt niet uit een colaflesje

Column

Geluk is onmogelijk. Dat is een van de rode draden door de vele brieven van de negentiende-eeuwse Franse auteur Gustave Flaubert. Toch las ik onlangs in een Vlaamse krant dat maar liefst 94 procent van de Belgen zegt gelukkig te zijn. Van de zeven onderzochte Europese landen behaalde ons land de hoogste score, vóór Spanje (91 procent) en het Verenigd Koninkrijk (90 procent). Het is maar een van de vele onderzoeken waarmee de media ons geregeld confronteren en waarvan de resultaten elkaar vaak hopeloos tegenspreken. Toch een paar vaststellingen.
<br>Allereerst valt het hoge percentage op: 94 procent van de Belgische bevolking is niet weinig. Zeker als je weet dat ons land kampt met een van de hoogste zelfmoordcijfers ter wereld, en als je ziet hoe de boeken- en tijdschriftenindustrie tiert op een heuse zelfhulpcultuur. Het aantal publicaties over vragen als ‘Wie ben ik?’, ‘Wat voel ik?’, ‘Hoe word ik gelukkig?’, enzovoorts, is al lang niet meer bij te houden. Kunnen we ons het geluk eigen maken met kant en klare recepten uit boeken, kranten en tijdschriften? Weinig waarschijnlijk, want het merendeel van die publicaties heeft het doorgaans alleen over ons eigen narcistische zelf. En wat blijkt uit het recente onderzoek? Ondanks de vaststelling van filosofen en psychologen dat we in een ik-maatschappij leven, blijkt ons geluksgevoel in grote mate afhankelijk van onze relatie met onze partner, familie en vrienden.
<br>Eveneens opmerkelijk was dat de geluksenquête werd uitgevoerd in opdracht van Coca-Cola. Bovendien selecteerde de frisdrankengigant ook een jongerenteam dat in een jaar tijd 206 landen moet bezoeken op zoek naar een antwoord op de vraag: wat is geluk? Een van de teamleden is de 23-jarige Belgische Kelly Ferris. Op doorreis in Brussel bracht ze in de media verslag uit over haar ervaringen. Ze bezocht al vijfendertig landen en ondervroeg er honderden mensen. „Het is een cliché,” vertelt ze, „maar overal ter wereld zoeken mensen het geluk bij familie en vrienden. Het zit echt in kleine dingen. Daarnaast blijft gezondheid uiteraard een voorwaarde voor geluk.”
<br>Toegegeven, hoewel het begrip ‘geluk’ op zich een bron van voortdurende onenigheid is, klinkt dat cliché nog zo gek niet. En dat in een samenleving waarin velen, op zoek naar de geluksformule, van hot naar her vlinderen of zich van de ene in de andere waaghalzerij storten, zonder te beseffen dat het paradijs aan hun voeten ligt. Anderen lopen zo hard achter elkaar aan, dat ze geen tijd hebben om stil te staan bij het leven. Voor weer anderen heeft geluk veel weg van een boodschappenlijstje dat zo snel mogelijk moet worden geconsumeerd. De consumptiemaatschappij heeft hen zo ver gekregen, dat ze geloven dat consumeren van hen gelukkige mensen maakt. Een van de meest opmerkelijke kenmerken van onze samenleving is nu eenmaal dat ze buitengewoon gehaaid is in het exploiteren van menselijke gevoelens. Wedden dat het drinken van een glas Coca-Cola met vrienden en familieleden binnen afzienbare tijd synoniem wordt met het proeven van geluk...
<br>Hoewel ze vol is van de ‘gelukscultuur’, reduceerde onze samenleving geluk veeleer tot een strategie voor de bevrediging van allerlei genoegens. Daardoor heeft geluk nog weinig te maken met het maken van keuzes en met het cultiveren van innerlijkheid. „Geluk heeft iets van goud. Om te weten wat het echt is, moet je voortdurend zorgvuldig afwegingen maken”, schrijft de benedictijn Christopher Jamison in zijn boek Gelukslessen van een abt. Dat noem ik nog eens een goede raad.

Lees artikel

Lees meteen verder

Ik ben nog geen abonnee

Word abonnee
voor €45
tot eind 2024

Registreer je hier