Als pessimist of optimist het jaar 2010 in?

Column

De eerste dagen van de koopjesperiode waren een enorm succes. Dat bevestigde wat de kranten bij de jaarwisseling hadden geschreven: na een jaar dat werd beheerst door de crisis, allerlei faillissementen en ontslagen, zien almaar meer landgenoten de toekomst weer rooskleuriger in. „De Belg beseft dat de crisis nog niet voorbij is, maar terwijl hij vorig jaar dacht dat het ergste nog moest komen, lijkt dit nu achter de rug”, vertelde Rob Goossens van het onderzoeks-bureau Gfk Significant aan Het Laatste Nieuws.
<br>Volgens het onderzoek van Gfk Significant verwacht 31 procent van de Belgen – Vlamingen en Walen – beterschap in 2010. Dat is een stijging met zes procent tegenover 2009. Geen overrompelende cijfers, maar volgens Goossens wel een duidelijke trendbreuk. Temeer omdat ook het aantal zwartkijkers is afgenomen. Vorig jaar zag maar liefst 43 procent van de Belgen de toekomst pessimistisch in, nu is dat aantal gedaald tot 35 procent. De krantenkoppen klonken dan ook eensgezind: „Belgen kijken 2010 optimistisch tegemoet”en „Lachend naar 2010”.
<br>Zoveel ‘goed nieuws’ kan het koopgedrag alleen maar stimuleren. En uitgerekend dat koopgedrag is zowat de graadmeter bij uitstek geworden van ons collectief optimisme of pessimisme. Kopen en consumeren is voor velen niet alleen een lucratieve bezigheid, het is een activiteit die het wezen en de zin van hun bestaan raakt: ‘Ik koop, dus ik ben.’ Hoe verklaar je anders dat de resultaten van studies en onderzoeken naar onze toekomstverwachtingen alleen maar aan ons koopgedrag worden gerelateerd? Of dat velen helemaal niet schrikken van de nefaste gevolgen van de opwarming van de aarde, maar het alleen vervelend vinden dat ze hun vertrouwde levensstijl moeten aanpassen?
<br>Het verbaast mij bovendien telkens weer hoe makkelijk de wereld van de marketing die tweedeling optimist/pessimist hanteert. Van Vlamingen wordt wel eens gezegd dat we over van alles en nog wat zagen en zeuren, kortom, dat we ons wentelen in een klaagcultuur. Zijn we daarom pessimisten? En als we alles bezitten wat de goegemeente succesvol vindt, hebben we dan niet het recht te piekeren en de maatschappij ter discussie te stellen?
<br>Ik denk dat we, in een maatschappij die door prestatie en consumptie is geobsedeerd, als christen best af en toe een gezonde dosis pessimisme mogen laten weerklinken. Maar dat mag niet de grondtoon zijn. Een ware pessimist gaat er immers van uit dat het leven hoe dan ook vol ongemakken en ellende zit en dat leven synoniem is met lijden. Dat staat haaks op de Blijde Boodschap van het evangelie die ons voorhoudt dat het goede uiteindelijk de bovenhand haalt op het slechte en het kwade.
<br>Eigenlijk doet het er nauwelijks toe of we, zoals de optimisten, geloven dat iets goed zal aflopen of dat we, zoals de pessimisten, veeleer een noodlottige afloop vrezen. Het leven is nu eenmaal niet maakbaar en verloopt doorgaans heel anders dan we hebben gepland. Waar het voor een christen op aankomt, is dat hij altijd en overal op het goede inzet en, desnoods tegen beter weten in, op het goede blijft hopen.

Lees artikel

Lees meteen verder

Ik ben nog geen abonnee

Word abonnee
voor €45
tot eind 2024

Registreer je hier