Soigneer ze!

Column

De bekendmaking van de godsdienststatistieken zorgde jarenlang voor een vorm van neerslachtigheid. Hoe kon het ook anders? Jaar na jaar telkens moeten vernemen hoeveel minder volk ter kerke gaat of ouders hun kindje nog laten dopen. Zelfs al zijn er best zinnige verklaringen voor de daling te vinden. En mag je de graad van geloof of religieuze bewogenheid niet uitsluitend weerspiegeld zien in het aantal aanwezigen in de wekelijkse eucharistie. Vrolijker word je er toch niet meteen van.
<br>Niet te verwonderen dus dat parochies almaar minder geneigd zijn om aan die telling hun medewerking te verlenen. Ze gingen die stilaan ervaren als een soort jaarlijkse zelfkwelling. Op het einde van de vorige eeuw bestond er bij de kerkleiders al evenmin groot enthousiasme om die cijfers te verzamelen en publiek te maken.
<br>Je ogen afwenden van de werkelijkheid helpt evenwel niet. Beleid voeren kan het best op grond van kennis van de werkelijkheid. Je kop in het zand steken heeft dus weinig zin. Daarom gaven de bisschoppen opdracht aan onderzoekers van de K.U.Leuven om die kerkpraktijk op wetenschappelijke basis te meten. Het resultaat van die eerste oefening werd enkele weken terug, in volle komkommertijd, voorgesteld. De trend van het laatste kwart van de vorige eeuw leek niet fundamenteel gewijzigd. Voor wie geregeld ter kerke gaat overigens niet meteen een verrassing.
<br>Toch is dit niet het zoveelste verhaal van kommer en kwel. In de marge van de peiling naar de zondagspraktijk polsten de onderzoekers ook naar de inzet van vrijwilligers in de parochies. Hier kwam de teller tot stilstand ruim voorbij de 200.000. Met dit aantal kun je al aardig wat vaderlandse voetbalstadions vullen. Niet met passieve toeschouwers, maar met mensen die daadwerkelijk de handen uit de mouwen steken.
<br>Het engagement van die mensen is erg verscheiden en speelt op velerlei terreinen. Je vindt ze terug in parochieploegen en teams, als medewerkers aan liturgie en diaconie en pastoraal, in kerkfabrieken en comités en werkgroepen, als stille werker en een wervende organisator, als lector of misdienaar, als ijveraar voor het parochieblad en poetshulp voor kerk en parochiezaal. Mannen, maar ogenschijnlijk meer vrouwen. Jong, maar vooral toch oud.
<br>Een onmetelijke rijkdom, waarvan we ons wellicht niet altijd voldoende rekenschap geven. Het komt er voor de kerkleiders op aan al deze mensen te respecteren in hun grote verscheidenheid, ieder met zijn tempo, de een met heel veel, de andere met slechts afgemeten tijd. Zonder te overvragen toch een voldoende sterk appel blijven uitzenden, zodat dit vitale weefsel zich telkens opnieuw zal kunnen vernieuwen.
<br>In de Kerk van de toekomst met minder priesters wordt die onberekende inzet van vrijwilligers levensnoodzakelijk. De uitdaging luidt die bonte mengeling op een goede manier te ondersteunen en te begeleiden tot vruchtbare samenwerking in dienst van het Rijk Gods. Vertrouwen te schenken en vertrouwen te wekken. Verantwoordelijkheid te geven in verbondenheid met de brede kerkgemeenschap. Een evenwicht te zoeken tussen jong en oud, professionalisme en genereuze dienstbaarheid, activisme en bezieling. Een schat om zorgzaam te koesteren en regelmatig te laten horen hoe onvervangbaar ze zijn. En dat daadwerkelijk te tonen.
<br>

Lees artikel

Lees meteen verder

Ik ben nog geen abonnee

Word abonnee
voor €45
tot eind 2024

Registreer je hier