‘Ik vind het een opluchtend idee dat we zondig geboren zijn’
Uit de pen van Esther Gerritsen (46) vloeit nu eens een filmscenario, dan weer een column voor De Volkskrant. Met De trooster leverde ze dit voorjaar haar zevende roman af, de roman die ze absoluut wilde schrijven, „zelfs als het een ingetogen boek zou worden dat niemand wilde lezen. Ik ben aangenaam verrast dat het toch succes heeft”.
De trooster begint met een conciërge die een politicus ontvangt in het klooster. De ontmoeting maakt de mannen, Jacob en Henri, ieder in hun domein leerling en leermeester, in het leven en in het geloof. „Ik vertelde de verhalen die ik al een leven lang ken voor het eerst aan een ander”, bedenkt Jacob. „Die verhalen opnieuw vertellen aan een onwetende is ze opnieuw scheppen.” In zekere zin doet ook Esther Gerritsen dat met dit boek.