‘Ons ouderschap zit als het ware onder een vergrootglas’
In Nachtouders trekt Saskia De Coster met haar partner naar het hippie-eiland waar de vader van hun zoon woont. Ze schrijft openhartig over haar rol als niet-biologische moeder en over hoe moeilijk haar ouders het vinden om te aanvaarden dat hun dochter lesbisch is. „Hoe ik mijn leven invul, verschilt van wat zij voor ogen hadden”, zegt ze.
„Een kind hebben, is niet vanzelfsprekend”, zegt Saskia De Coster. Dat geldt zowel voor heterokoppels als voor holebi’s, maar als niet-biologische moeder ervaart zij nog een extra drempel. „Mijn geaardheid maakt van mij geen slecht persoon. Dat wil ik aantonen met deze roman. In het Westen beweren we dat er een grote aanvaarding van holebi’s heerst, maar daar mag je niet zomaar van uitgaan. Er zijn overal kiemen van onverdraagzaamheid.”
– Het gebeurt niet vaak dat auteurs zelf aansturen op een interview in Kerk & leven. Waarom wilde u zo graag iets kwijt in ons blad?
Mijn ouders zijn geëngageerde christenen, actief in de kerkfabriek en in het parochiekoor. Mijn achtergrond is dus uitdrukkelijk katholiek. Mede door hun diepgewortelde geloof hebben mijn ouders veel moeite met mijn geaardheid en met mijn keuze voor een gezin. Die afwijzing tekent me en daarom wil ik aantonen dat de bereidheid om in dialoog te gaan, wijst op een vorm van verdraagzaamheid. Ik begrijp dat er bepaalde principes zijn waar we niet omheen kunnen, maar los daarvan kunnen we wel met elkaar praten. Ik beschouw mezelf als gelovig, ook al kan ik me helaas niet rekenen tot de katholieke Kerk omdat ik daar in principe niet word aanvaard. Kijk echter naar de Nashvilleverklaring, de omstreden protestantse verklaring over geloof, huwelijk en seksualiteit die onlangs in het nieuws was. Sommigen steunden warmhartig die striktheid, maar velen keerden er zich even vurig tegen. Dat toont aan dat ook gelovigen vandaag keuzevrijheid opeisen.
– Uw ouders hebben het lastig met uw gezinssituatie. Doet u dat pijn?
Het voelt als een afwijzing en dat is bitter. Toen ik opgroeide en erachter kwam dat ik lesbisch ben, heb ik dat zelf vrij snel aanvaard. De stap naar de buitenwereld doen, bleek veel moeilijker. Als ik rekening houd met waar mijn ouders vandaan komen, begrijp ik wel dat zij er moeite mee hebben. Schrijven is voor hen op zich al een excentrieke bezigheid en mijn geaardheid ligt volgens hen in het verlengde van dat kunstenaarschap. Dat klinkt alsof ik er een karikatuur van maak, maar in hun leefwereld waren mijn geaardheid en beroep wel degelijk hoogst ongebruikelijk. Ze deden echter stappen in de richting van aanvaarding en mijn partner helpt hen daarbij, omdat zij uitgesproken sociaal is. Ik vraag me af hoe groot het gewetensconflict van mijn ouders is en ik besef dat het niet makkelijk is voor hen. Hoe ik mijn leven invul, verschilt wezenlijk van wat zij voor ogen hadden. Ouders kunnen hun kinderen echter niet opeisen, dat [node:field_streamers:0] besef ik nu ik zelf mama ben.
– Hoe vult u uw moederrol in?
Een kind hebben, is niet vanzelfsprekend. Misschien was het vroeger wel te makkelijk. Je had de biologische vader en de biologische moeder en een papiertje bevestigde dat ouderschap zonder dat er veel over werd nagedacht. Ik heb het gevoel dat ik het moederschap elke dag opnieuw moet verdienen. Ik wil er zijn voor mijn kind, elke dag weer, en ik wil dat mijn kind weet dat ik er ben, zelfs als dat niet is vereist. Aanvankelijk overdreef ik daarin, deed ik extra hard mijn best. Misschien ben ik, net omdat ik niet de biologische moeder ben, scherper bewust van mijn rol als moeder. Ik kan ook niet het excuus inroepen van een ‘ongelukje’, zoals heterokoppels dat wel eens doen. Daardoor zit ons ouderschap als het ware onder een vergrootglas en moet het echt wel goed gaan. Voor onze zoon is het feit dat hij twee mama’s heeft alvast geen struikelblok. We wilden wel dat hij zijn biologische vader, mijn beste vriend, zou kennen, maar hij beschouwt zijn twee mama’s als zijn warme nest. Onlangs hoorde ik van een van zijn klasgenootjes dat die ook twee mama’s wilde. Dat vond ik grappig en het toont aan dat kinderen er op die leeftijd geen probleem van maken.
– Met uw roman ‘Nachtouders’ weegt u op het maatschappelijke debat over kinderwensen van holebi’s. Welke rol ziet u daarin weggelegd voor uzelf?
Een schrijver die niet nadenkt, is geen schrijver. Nadenken houdt ook in dat je jezelf, en bij uitbreiding alles, in vraag stelt. Ik ben de confrontatie en het debat op het scherp van de snee wat beu. „Dit is mijn mening en dat is die van jou en nu gaan we botsen.” Dat niveau, weet je? Ik hoor in politieke debatten zo weinig toegeeflijkheid, wat een mens nochtans siert. Daar is een rol weggelegd voor schrijvers, een relativerende stem zijn in de polemiek. Het literaire aspect van het schrijven is ontzettend belangrijk, maar je kunt het niet losmaken van de inhoud. Er gebeurt zoveel in de wereld en dan kun je je als schrijver niet opsluiten in je ivoren toren en maar wat kunst om de kunst maken.
Saskia De Coster, Nachtouders, Das Mag Uitgeverij, Amsterdam, 2019, 427 blz., ISBN 978 94 9247 867 2, verschijnt op 26 januari. Reageren op dit artikel? Dat kan op www.kerkenleven.be