Ministers

Standpunt

Op 20 oktober 2014 dwaalt door de gangen van het Europees Parlement in Brussel een zenuwachtige vrouw die duidelijk de weg kwijt is. Ik spreek haar aan en vraag of ik kan helpen. Ze heet Violeta Bulc, ze werd door de Sloveense regering aangeduid als kandidaat-Europees Commissaris en moet zich komen onderwerpen aan het oordeel van het Europees Parlement. Ik gids haar door de wirwar van gangen naar de juiste zaal, waar ze blijkbaar haar toehoorders overtuigt, want ze kan de daaropvolgende vijf jaar aan de slag als Commissaris voor Vervoer.
Een triviale anekdote? Ongetwijfeld. Toch moest ik er de voorbije weken aan terugdenken, naar aanleiding van de heisa over onze nieuwe minister van Buitenlandse Zaken Hadja Lahbib (MR). In een vorig leven, als journalist, reisde Lahbib via Rusland naar de Krim, een door de Russen bezet deel van Oekraïne. Ze maakte een culturele reportage die door critici wordt bestempeld als al te vriendelijk voor Rusland. Dat werd toen amper opgemerkt, maar nu ze aan het hoofd van de Belgische diplomatie staat, bemoeilijkt het de relaties met de Oekraïense regering.
We hernemen hier niet alle bezwarende of verdedigende argumenten die de voorbije weken de kranten kleurden over Lahbibs persoon. Fundamenteler is de vraag: worden ministers in ons land wel op de juiste manier geselecteerd? Formeel benoemt en ontslaat de koning de ministers, zo zegt onze grondwet, maar zo veel macht heeft de vorst in de praktijk niet. Het zijn in de eerste plaats de partijvoorzitters die de ministerposten invullen die zij voor hun partij konden binnenhalen tijdens de regeringsvorming. Dat doen ze doorgaans in overleg met andere partijtoppers en met de steun van hun parlementaire fracties en partijorganen.
Als de nieuwe samengestelde regering vervolgens een meerderheid in het parlement achter zich krijgt, is de kous daarmee af. Ministers moeten geen examen afleggen, geen diploma voorleggen, Elke kandidaat- commissaris moet groen licht krijgen vóór de voltallige ploeg wordt goedgekeurd zelfs niet verkozen zijn. Uiteraard verkiezen we wel de parlementsleden die aan de regering hun zegen geven. Democratisch gezien volstaat dat, maar misschien kan het toch beter?
Daartoe kunnen we de mosterd in Europa halen. Zoals hierboven al bleek, moet elke Europese Commissaris zich – voorafgaand aan de installatie van een nieuwe Europese Commissie – individueel presenteren aan het rechtstreeks verkozen Europees Parlement. De parlementsleden leggen de kandidaat stevig op de rooster en testen de kennis en visie van de betrokkene. Elke kandidaat-commissaris moet persoonlijk groen licht krijgen vóór de voltallige ploeg wordt goedgekeurd. Het gebeurt geregeld dat kandidaten worden geweigerd en dat lidstaten op zoek moeten naar een vervanger.
Zoiets zou in België ook perfect kunnen. Wie minister van Justitie, Onderwijs of Landbouw wil worden, moet eerst de bevoegde parlementscommissie overtuigen dat hij of zij de juiste bagage heeft. Perfect is zo’n systeem natuurlijk niet. Politieke evenwichten zullen blijven spelen. Durft partij A de kandidaat van partij B af te keuren, wetende dat de dag erop misschien het omgekeerde gebeurt?
Toch heeft het systeem aantoonbare voordelen. Het dwingt partijvoorzitters mensen te kiezen die een minimum aan kennis en visie hebben en het zet kandidaat-ministers aan meteen stevig te studeren en een klare kijk te ontwikkelen. Dergelijke hoorzittingen beletten ook dat partijen daags na een regeerakkoord snel-snel de namen van de nieuwe ministers door hun partijorganen jagen, zonder grondig debat. Bij de kiezers kunnen hoorzittingen het gevoel versterken dat hun stem ertoe doet, omdat hun verkozenen meteen een belangrijk oordeel kunnen vellen. Wonderen moeten we niet verwachten, maar doordachte en beproefde manieren om tegelijk de kwaliteit van de politiek en de werking van onze democratie te verbeteren, schuiven we toch beter niet terzijde?

Lees meteen verder

Ik ben nog geen abonnee

Krijg 1 maand toegang
voor €5
OF

Word abonnee
voor €45
tot eind 2024

Registreer je hier