‘Ik ben een onderpastoor, uitgeleend aan de diplomatie’

Klapstoel
Franco Coppola
Nuntius in België en Luxemburg

Het verhaal van de Emmaüsgangers ligt hem na aan het hart. „Het verhaalt hoe Jezus mee opstapte met de leerlingen, die boos en ontgoocheld om zijn dood in de tegenovergestelde richting gingen van waar Hij hen naartoe zond. Dat moet de Kerk vandaag ook doen, mee op weg gaan”, zegt Franco Coppola, apostolisch nuntius in ons land.

Ooit onderpastoor staat Franco Coppola (65) als apostolisch nuntius bovenaan de hiërarchische ladder. „Ik besef dat ik als diplomaat moeilijk benaderbaar lijk. En dat er soms een afstand bestaat tussen het volk Gods en de kerkelijke hiërarchie. Daarom wil ik stappen doen om elkaar opnieuw te ontmoeten. We kunnen niet verdergaan, elk zijn weg, we moeten elkaar vinden in het samen op weg gaan. Daarbij helpt mijn ervaring als onderpastoor.”

Franco Coppola: „In Mexico had men me gewaarschuwd voor de regen in België. ‘U zult onze zon missen’, zeiden ze. ‘Maar u zal zich kunnen troosten met chocolade en bier.’” © Frank Bahnmüller
Franco Coppola: „In Mexico had men me gewaarschuwd voor de regen in België. ‘U zult onze zon missen’, zeiden ze. ‘Maar u zal zich kunnen troosten met chocolade en bier.’” © Frank Bahnmüller

– Als diplomaat was u actief in het Midden-Oosten, Afrika, Latijns- en Zuid-Amerika. Hoe kijkt u aan tegen uw missie in België?
Als een hele uitdaging. Ik was me er meteen van bewust dat ik beland ben in een volstrekt nieuwe situatie. Noord- en West-Europa lijken in niets op wat ik ken, zelfs niet op mijn geboorteland Italië. Verandering is eigen aan de diplomatieke dienst en dat is ook goed. Als je te lang verblijft in één land, denk je soms al te snel dat je alles goed kent en ben je minder geneigd bij te leren.

– Hoe anders is België dan uw vorige missies?
Van landen met grote afstanden, extreme armoede, een hoge graad van werkloosheid en veel geweld, maar met overvolle levendige kerken, zond de paus me nu naar een klein land met een hoge graad van ontwikkeling, maar waar sommige aspecten van het kerkelijke leven erg zijn verzwakt. Ik wist dat het noorden van Europa sterker geseculariseerd is dan de rest, maar ik was niet op de hoogte van de zorgwekkende situatie van roepingen.
Terwijl ik in Burundi, mijn eerste post, kilometers moest afleggen alvorens een kleine kerk te vinden, ontdek ik hier op luttele afstand het ene na het andere prachtige kerkgebouw. Dat zegt veel over de geschiedenis van dit land en het geloof van zijn inwoners. In Burundi ontmoette ik missionarissen die België uitzond. Ik hoorde over hun puike evangelisatiewerk. Nu kennen we een omgekeerde beweging.

– Ziet u een mogelijke verklaring?
Het lijkt me dat de Kerk hier, zoals op andere plekken, niet altijd heeft ingespeeld op alles wat de veranderende tijdgeest met zich meebrengt. In de christelijke samenleving van weleer hielden priesters en religieuzen zich bezig met de sacramentele noden van mensen. Ze hoefden niet te evangeliseren, want het geloof werd thuis doorgegeven van (groot)ouders op kind.
Na de Tweede Wereldoorlog is de vaardigheid van gezinnen om hun waarden door te geven danig verzwakt en zelfs teloorgegaan. Kinderen krijgen steeds meer keuzemogelijkheden. Zolang een dorp slechts één winkel telt, is het makkelijk. Als er verscheidene winkels zijn, speelt „De Kerk moet haar fundamentele missie opnieuw opnemen, die van het evangeliseren” ineens de concurrentie. In mijn ogen heeft de Kerk vaak de uitdagingen niet ernstig genomen die voortvloeiden uit dat overvloedige en soms tegenstrijdige aanbod. Ouders werden niet voldoende aangemoedigd in het overdragen van hun geloof, pastoors waren niet gevormd om heuse apostelen te zijn. De Kerk moet haar fundamentele missie opnieuw opnemen, meer bepaald die van het evangeliseren.

– Een van uw taken is de voorbereiding van bisschopsbenoemingen in ons land, vier de komende jaren. Is het vanuit de huidige aandacht voor samengedragen verantwoordelijkheid een goed idee om in deze ook het volk Gods te raadplegen?
Ook al wordt niet elke gelovige geconsulteerd, als de synodaliteit ergens ver gevorderd is, is het op dat vlak. Naast bisschoppen, priesters en religieuzen consulteer ik een hele schare lekenmedewerkers. Ik houd ook rekening met de inbreng van velen die zich spontaan schriftelijk tot mij richten om hun visie kenbaar te maken. Als nuntius informeer ik me en maak ik een synthese voor de paus. Ik draag drie kandidaten voor, motiveer mijn keuze en bezorg de paus alle informatie die ik verzamelde. Hij heeft het laatste woord.

– Wat leerde u tijdens uw loopbaan?
Vanaf het moment waarop ik als priester de biecht afnam, leerde ik dat elke situatie diverse facetten heeft en je die best in ogenschouw neemt alvorens te oordelen en te handelen.

– Bedoelt u dan dat men naargelang de context andere beslissingen zou kunnen nemen over kerkelijke aangelegenheden zoals het celibaat of de diakenwijding van vrouwen?
In de geschiedenis van de leer van de Kerk kenden we al aanpassingen, onder meer inzake de slavernij, de doodstraf en recentelijk de oorlog. Eerst lijkt het me evenwel aangewezen als instituut op weg te gaan met het volk Gods, net zoals Jezus met de Emmaüsgangers mee opstapte en hen onderweg de Schriftteksten hielp te begrijpen. Daarom is de uitnodiging van paus Franciscus aan de hele Kerk om Kerk te zijn op een synodale manier, elkaar te ontmoeten, in dialoog te treden, elkaar te beluisteren, en samen op weg te gaan vandaag van wezenlijk belang om de goede en juiste weg te vinden.

Lees meteen verder

Ik ben nog geen abonnee

Krijg 1 maand toegang
voor €5
OF

Word abonnee
voor €52
tot eind 2024

Registreer je hier