Eindeloze zoektocht

Standpunt

Op 19 februari 1933 kopte The New York Times: „Lemaître follows two paths to truth” (Lemaître volgt twee wegen naar de waarheid). Daaronder een paginagroot artikel, met in het midden een foto van twee van de grootste wetenschappers aller tijden, Albert Einstein en Georges Lemaître. De eerste bleef tot op heden wereldberoemd, de tweede wordt nu gelukkig volop herontdekt. Lemaître is immers een van de grootste figuren uit de Belgische geschiedenis, al schijnen we dat niet te beseffen.
De grondlegger van de oerknaltheorie was niet enkel astronoom, kosmoloog, wiskundige en natuurkundige, maar ook priester. In zijn voormalig bureau in Leuven lezen we nog steeds zijn levensmotto: „Er bestaan twee wegen om tot de waarheid te komen, en ik heb besloten ze allebei te volgen.” Een gedachte die The New York Times zo intrigerend vond, dat ze in de titel terechtkwam.
Twee wegen dus, niet één. Lemaître was er de man niet naar om geloof en wetenschap door elkaar te klutsen tot een onverteerbare brij. Hij zou gruwelen als hij vandaag pseudowetenschappelijke gelovigen het creationisme hoorde verdedigen, een al te letterlijke lezing van de scheppingsverhalen. Tegelijk zou hij het voorhoofd fronsen wanneer mensen menen dat het geloof niet overeind kan blijven bij de wetenschap. De zoektocht naar waarheid is te waardevol om er een zootje van te maken.
De wetenschap is een belangrijk pad in onze poging de werkelijkheid te doorgronden, te begrijpen en in kaart te brengen. Een tocht die nooit zal eindigen, maar niettemin de moeite waard is. In ons Dossier lichten we die zoektocht door in het gezelschap van twee wetenschappers en twee wetenschapsfilosofen. Sommigen zijn gelovig, maar we laten in het midden wie dat zijn.
„In de wetenschap gaat het niet over een alomvattende waarheid, Misschien is het geloof wel de kunst van de onbeantwoordbare vragen? maar om een pragmatisch begrip ervan”, tempert astrofysicus Heino Falcke meteen onze verwachtingen. Filosoof Sylvia Wenmackers verlegt meteen de terminologie naar „de werkelijkheid”, een minder hooggegrepen woord dan ‘waarheid’. Collega-filosoof Maarten Van Dyck noemt wetenschap „de kunst van het stellen van beantwoordbare vragen”. Misschien is het geloof wel de kunst van de onbeantwoordbare vragen? Zo bekeken moet de gelovige altijd ootmoedig zijn in de omgang met die vragen.
De deelnemers aan ons Dossier dragen geen oogkleppen. Ze beseffen dat wetenschappelijke inzichten begrensd zijn en kunnen veranderen. Soms ingrijpend, soms door kleine bijsturingen. We zien dat ook in actuele kwesties als de klimaatontsporing of de coronapandemie. Bescheidenheid siert de wetenschapper, want hij of zij beschrijft niet ons definitieve inzicht, maar onze huidige kennis. Die kennis is belangrijk en geloofwaardig, maar niet voltooid.
De wetenschap evolueert. Wat we vandaag weten, staat verder dan wat we gisteren wisten. We mogen erop vertrouwen dat we morgen nog meer weten. Durven we te aanvaarden dat ook geloofsinzichten evolueren? We kunnen toch moeilijk aan Lemaître vertellen dat één van zijn twee wegen doodloopt?
Wijs is hij of zij die de wetenschap naar waarde schat. Dat betekent erkennen dat de wetenschap ons een indrukwekkend begrip van de realiteit verschaft, maar tegelijk aanvaarden dat de onwetendheid altijd groter blijft. Wijs is wie beseft dat ook het geloof een zoektocht naar waarheid is, zonder dat we die bij leven ooit helemaal bereiken. Geen wetenschap zonder twijfel, en dat geldt ook voor geloof. Het zijn en blijven twee wegen die elkaar nooit kruisen, niet altijd eenvoudig te verzoenen zijn, maar die beide zo indrukwekkend verrijkend zijn voor wie niet bang is van onzekerheid.

Lees meteen verder

Ik ben nog geen abonnee

Krijg 1 maand toegang
voor €5
OF

Word abonnee
voor €45
tot eind 2024

Registreer je hier