‘Ik wil de brug tussen theologie en kunst belichamen’

Klapstoel
Sander Vloebergs
Theoloog en danser

In het voorjaar werkte hij een doctoraat af over pijn in de dertiende-eeuwse mystieke cultuur in Luik, maar Sander Vloebergs (29) plant het onderzoeken niet af te leren. Met één been bewandelt hij een klassiek academisch pad, met het andere tast hij naar iets nieuws, een theologie die zich artistiek en lichamelijk uitdrukt.

Sander Vloebergs documenteert zijn dansprojecten op de website Artistic Theology Lab. Artistieke theologie, is dat een stroming die we tot nu toe misten? Nog niet, zo blijkt. „Het drukt voor mij uit wat en wie ik ben, maar het is net zo goed een weg om gelijkgezinden te vinden”, zegt Vloebergs. „Ik begon expliciet als theoloog te dansen. Uiteraard is er al eeuwenlang een band tussen kunst en theologie, maar ik wil bijdragen aan een oprechte dialoog.”

„Mijn werk is de vonk die het gesprek opent, maar we hebben een Kerk nodig om het voort te zetten.” © Luk Vanmaercke
„Mijn werk is de vonk die het gesprek opent, maar we hebben een Kerk nodig om het voort te zetten.” © Luk Vanmaercke

– Waarom is er nood aan die dialoog?
Wanneer theologen kunst inzetten, is dat doorgaans als een illustratie of een bijgedachte, als intermezzo tijdens een symposium of als middel om een jonger publiek te lokken. Wie oprecht wil luisteren, moet zich echter afvragen hoe kunstenaars aan theologie doen, wat hun noden en interesses zijn en hoe de theologie hen kan ondersteunen in plaats van omgekeerd.
– Hoe belandde u zelf op dat snijvlak?
Als kind had ik belangstelling voor verhalen en mythen, magie en rituelen, in een sfeer die je aanvoelt, maar niet kunt verwoorden. Tegelijk was ik gymnast. Ik had angst om te spreken, maar nooit om te performen. Mijn keuze voor theologie was ongeïnformeerd, maar ik wist dat ik daar moest zijn, ook al twijfelde ik op elk scharniermoment of ik niet moest kiezen voor de kunst. Mensen suggereren me dat ook vaak, zelfs nog bij de verdediging van mijn doctoraat, maar ze kennen zelden de mechanismen van de kunstwereld.
De aanzet tot de artistieke theologie was Faculty Stars, een initiatief van de KU Leuven dat artistiek talent wil opsporen. Ik werd geselecteerd en een performance waarbij ik de woorden van God bij de brandende braamstruik, „Ik ben Hij die is”, mixte met Mozes’ menselijke niet-weten. Sindsdien is mijn zijparcours duidelijk. Ik wil de brug tussen theologie en kunst belichamen. Mijn dans begint altijd bij uitdrukkelijk christelijke thema’s of teksten. Mijn doctoraat ging dan wel niet over dans, er zitten wel gelijkenissen met mystieke teksten in mijn werk. Is wat ik doe al gedaan in de geschiedenis, maar lezen we de teksten vandaag gewoon anders omdat theologen nu eenmaal boekenmensen zijn, vervreemd van het lichaam?
– Mag er wat meer mystiek zijn?
Zeker. Mystiek is de verhouding tussen het persoonlijke, menselijke leven en het publieke leven van de Kerk. Mystiek is bezig met hoe mensen hun relatie met God beleven en brengt dat over aan de gemeenschap. Mystiek is een wisselwerking tussen persoonlijke verdieping en expressie, en leunt aldus dicht aan bij kunst. Mystici werken misschien in de marge, maar ze weten een concreet en charismatisch voorbeeld „Mystici werken misschien in de marge, maar ze zijn niet totaal anders dan wij” te geven, het zijn geen mensen die volstrekt vreemd of anders zijn dan wij. Als ze louter diepgaand contemplatief zouden zijn, had het geen literatuur opgeleverd. Mystici zijn ook niet antikerkelijk, zoals vaak wordt beweerd. Hadewijch of de begijnen, naar wie ik beiden onderzoek deed, zochten grenzen op, maar werkten binnen de Kerk. In de dertiende eeuw hadden mystici charisma en ze hadden invloed op het concrete leven van mensen. Mystiek kan de Kerk en de theologie helpen om minder woord-gecentreerd te worden, om de beleving naar voren te brengen.
– Wat wilt u zelf overbrengen naar uw publiek?
Daarnaar ben ik voortdurend op zoek. Ik ben eigenlijk niet extravert, maar als danser ben ik spiritueel exhibitionistisch. Ik groei en doe dat voor een publiek. Ik stel als het ware mezelf tentoon, als aanleiding tot een gesprek met het publiek.
– Waar bent u nu concreet mee bezig?
Aan de KU Leuven begin ik binnenkort aan een puur administratieve opdracht. Iets volstrekt anders, maar het is goed dat ik de theologie als discipline en als onderdeel van de universiteit door en door leer kennen, om van daaruit na te denken over wat er kan veranderen. Daarnaast ben ik gastdocent aan LUCA School of Arts in Brussel. Ik behandel er middeleeuwse kunst, waar ik bijna altijd uit een onverwachte hoek vertrek, bij vrouwelijke kunstenaars bijvoorbeeld.
In Frankfurt kreeg ik subsidies om een nieuwe stap te doen. Ik mag er de choreografie van een eucharistieviering verzorgen. Structuur en tekst van de viering zullen blijven wat ze zijn, maar ik kan spelen met het ritme. Op die manier wil ik de participatie van de gelovigen, die centraal stond in het Tweede Vaticaans Concilie, op een nieuwe manier vormgeven. Ik moet echter de finesses van de liturgie kennen, om op een chirurgische manier in te grijpen. Daartoe vroeg ik de hulp van Joris Geldhof, docent liturgiewetenschappen. Hopelijk wordt het een experiment dat ik elders kan herhalen. Ik wil met mijn werk de vonk veroorzaken die het gesprek opent. Vanuit de marge, maar we hebben wel een Kerk, een parochie, nodig om dat gesprek voort te zetten en het geleefde geloof van mensen oprecht te beluisteren.

Lees meteen verder

Ik ben nog geen abonnee

Krijg 1 maand toegang
voor €5
OF

Word abonnee
voor €45
tot eind 2024

Registreer je hier