‘Pinksteren is geen eenmalige gebeurtenis’

Klapstoel
Christophe Ghesquière
Priester en aalmoezenier

Een Pauluservaring wil hij zijn roeping niet noemen, een vlucht al helemaal niet. Toch is het priesterschap zijn redding geweest. Christophe Ghesquière verloor zijn echtgenote aan een longembolie en zeven jaar later ook zijn dochter in een verkeersongeluk. Een jaar later werd hij tot priester gewijd, gehoor gevend aan een roeping die al langer sluimerde.

In september 2020 werd Christophe Ghesquière (57) in het bisdom Brugge tot priester gewijd, waarna hij aalmoezenier werd in het woon-zorgcentrum Zilvervogel Reninge en meewerkend priester in het woonzorg-centrum Cassiers, in Houthulst. Hij doet dat zoals hij al altijd in het leven stond, met vreugde in het geloof en West-Vlaamse nuchterheid. „Je kunt iemand platslaan met de Bijbel, of je kunt kiezen voor een gesprek van mens tot mens.”

Christophe Ghesquière: „Woedepsalmen en wraakpsalmen, daar herkende ik me in.” © Dries Decorte
Christophe Ghesquière: „Woedepsalmen en wraakpsalmen, daar herkende ik me in.” © Dries Decorte

– Vóór uw priesterschap kreeg u te maken met twee immense verlieservaringen. Welke invloed had dat op uw roeping?
Het verlies van mijn vrouw en van mijn dochter waren ontzettend ingrijpende gebeurtenissen, maar toch was het geen Pauluservaring. Ik voelde niet plotseling dat God me riep, dat gevoel sluimerde al langer. Als kind was ik misdienaar en ik herinner me dat ik toen antwoordde dat ik priester wilde worden als ik werd gevraagd naar mijn toekomstplannen. Wat het leven vervolgens voor je in petto heeft, daar heb je als twaalfjarige uiteraard geen idee van. Ik huwde, kreeg een dochter, leidde een gelukkig gezinsleven en was dik tevreden met mijn baan als monteur bij een wegenbouwer, dus aan die priesteropleiding dacht ik nooit meer. Na het overlijden van mijn vrouw bracht ik veel tijd door in de abdij van Westvleteren, om er de rust op te zoeken. Toen rijpte het idee diaken te worden, waarop mijn dochter me gek verklaarde. Mijn roeping was er een van strijd, van verzet en van uiteindelijk toegeven dat ik voortaan iets wilde betekenen voor God en zijn mensen. En als mijn vrouw en mijn dochter nu naar me zouden kijken, zouden ze zeggen dat ik eigenlijk dezelfde mens ben gebleven.
– U koos voor een leven in dienst van God. Iemand anders zou in een gelijkaardige situatie misschien net denken dat God hem heeft verlaten. Kwam uw geloof nooit onder druk te staan door het rouwproces?
Of God me verlaten had, daaraan dacht ik niet. Wel voelde ik immense boosheid en onbegrip. Het was een strijd, maar ik twijfelde niet aan mijn geloof. Eigenlijk weet ik niet hoe dat komt, want ik begrijp dat anderen in mijn situatie dat wel zouden doen. Misschien precies dankzij de kracht van de Heilige Geest? Ik vond alleszins veel steun in het Bijbelboek Psalmen. Dat telt woedepsalmen en wraakpsalmen en daarin herkende ik me het meest.
– Welke invloed heeft uw verlieservaring op uw priesterschap vandaag?
Dat is moeilijk te vergelijken, aangezien ik pas vorig jaar ben gewijd. Als mens ben ik alvast milder geworden. Bovendien „Ondanks de strijd twijfelde ik niet aan mijn geloof. Misschien net dankzij de kracht van de Heilige Geest” sta ik open voor iedereen en luister ik naar ieders verhaal. Ik wil een priester zijn die met beide voeten in het leven staat, bij de mensen en niet boven de mensen. Ik mag meelachen met de mensen en ik mag mee ontroerd zijn met hen.
– Wat kan Pinksteren betekenen voor hedendaagse christenen?
Ik vind het belangrijk om te getuigen van de schoonheid van het geloof. Dat hoeft niet per se uitdrukkelijk ter sprake te komen. De mensen horen meestal een moraliserende boodschap, over wat ze moeten doen om een goede christen te zijn. De parel van het geloof, de schoonheid ervan, is echter minstens even belangrijk. Voor mij schuilt die parel in het zo concreet mogelijk proberen te beleven van het evangelie. Daarvan mogen getuigen, is een voorrecht, en het is mensenwerk. Met onze fouten, onze tekortkomingen en onze eigenaardigheden het geloof een gelaat geven, dat vind ik prachtig. Jezus gaf het voorbeeld door zich te omringen met gewone mensen. Met paljassen durf ik haast te zeggen, met vurige figuren die het woord van Jezus niet klakkeloos aannamen.
– U bent aalmoezenier en meewerkend priester in twee woon-zorgcentra. Hoe ziet u de Heilige Geest daar aan het werk?
Pinksteren is geen eenmalige gebeurtenis. Het is het besef dat we er zijn dankzij Gods Geest en de kracht die Jezus bezielde. Dankzij die kracht mogen we iets betekenen voor elkaar en kunnen we de kerkgemeenschap opbouwen. Daarover ga ik graag in discussie, het liefst nog met mensen die wat verderaf staan van de Kerk. Op die manier stel ik mezelf immers in vraag. In het woon-zorgcentrum zal ik echter zulke discussies niet op eigen houtje aangaan. De vreugde van de pinksterervaring kan voor sommige mensen heel veraf aanvoelen, omdat ze pijn hebben of eenzaam zijn. Als alles goed gaat, is het niet moeilijk die vreugde te voelen. Al kun je dat ook omdraaien. Als alles goed gaat, heb je niemand nodig. Mijn persoonlijke pinksterervaring kwam er doordat ik besefte dat ik het niet langer in mijn eentje kon dragen. Dat is meteen ook hoe ik de mensen in de woon-zorgcentra wil helpen.

Lees meteen verder

Ik ben nog geen abonnee

Krijg 1 maand toegang
voor €5
OF

Word abonnee
voor €45
tot eind 2024

Registreer je hier