Napoleon kneedde ons kerklandschap

Op de voorgrond

De kerkfinanciering van de Franse heerser blijft tot vandaag een flexibel en nuttig systeem

  • Napoleon stierf twee eeuwen geleden
  • Kerkfinanciering maakte een einde aan woelige periode
  • Later werden andere confessies erkend

Napoleon Bonaparte sloot na een woelige periode vrede met de Kerk. © Belga Image
Napoleon Bonaparte sloot na een woelige periode vrede met de Kerk. © Belga Image

Geen politicus bepaalde meer onze relatie tussen Kerk en Staat dan Napoleon Bonaparte, die op 5 mei 1821, precies tweehonderd geleden dus, overleed in ballingschap. Napoleon introduceerde de bezoldiging van de bedienaars van de eredienst, erkende van staatswege minderheidsconfessies en schiep een wetgeving voor kerkfabrieken. In zekere mate zijn de door Napoleon geïntroduceerde instellingen nog steeds in voege in ons land.
„Na alle onlusten van de Franse Revolutie en de bijbehorende kerkvervolging wenste Napoleon vrede met de Kerk”, zegt kerkhistoricus Pierre Trouillez. „Hij wilde echter de klok niet terugdraaien naar de tijd van de staatskerk. Hij behield het beste uit de Constitution civile du clergé uit 1790, weliswaar zonder de fout te maken de paus niet daarbij te betrekken. Dat leidde in 1801 tot een concordaat tussen Napoleon en Pius VII. Onteigende kerkelijke bezittingen werden niet teruggegeven, waardoor kopers van ‘zwart goed’ gerust konden zijn. Pastoors kregen een staatswedde en er kwam een nieuwe indeling van de Franse bisdommen. Het idee uit 1790 om bisschoppen te verkiezen, verdween van de tafel.”
De Franse keizer en generaal was echter een sluwe vos. Nadien voegde hij zogenoemde organieke artikelen toe om de kritiek vanwege antiklerikalen voor te zijn. Hij herstelde de kerkfabrieken, een ouder instituut, maar voortaan met verkiezingen. Tot ergernis van Rome erkende hij ook de protestantse eredienst.
„Toen bleek dat de pastoors zich gedroegen, breidde Napoleon het aantal bezoldigingen uit, zodat tegen 1815 alle parochies minstens één betaalde priester telden”, zegt Trouillez. „In Frankrijk bleef het systeem in voege tot 1905, al bezoldigt in Elzas-Lotharingen de overheid nog steeds de bedienaren en worden de bisschoppen van Frankrijk benoemd door de president. Bij ons mengt de politiek zich niet in het kerkelijke leven.”
„Het systeem trotseerde de tand des tijds omdat het goed in elkaar zit,” zegt Rik Torfs, kerkjurist aan de KU Leuven, „net als de „Het is niet wenselijk dat het systeem op de schop gaat” Belgische grondwet, die met wat aanpassingen nu ook al bijna tweehonderd jaar meegaat. Het concordaat van Napoleon met Pius VII was hoe dan ook een compromis, dat een einde maakte aan een woelige periode. Napoleons grote verdienste is dat hij erin slaagde afspraken te maken. In de tijd van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden, 1815 tot 1830, mislukte een poging een nieuw concordaat met de paus te sluiten. In 1831 nam de Belgische grondwet de belangrijkste punten van Napoleons concordaat over en dat bleek succesvol, want in de loop der jaren nam het aantal erkende erediensten toe. De geschiedenis bewijst dus de deugdelijkheid.”
Wat doen we met het systeem vandaag? „Aan het begin van de negentiende eeuw was een groot deel van de bevolking katholiek, vandaag zien we hoe een virulent seculiere groep het debat overstemt”, zegt Torfs. „De Belgische grondwet liet de eredienst financieren als compensatie voor de genaaste kerkelijke goederen, maar ook omwille van het sociale net van religie. Het systeem bleek flexibel en de islam, de orthodoxie en het humanisme kregen er daarom een plaats in. Tegen verandering pleit bovendien dat kerkfabrieken intussen een Vlaamse bevoegdheid zijn. Het is dus niet wenselijk dat het systeem op de schop gaat. Religie is immers geen privézaak. Het draagvlak zou vergroten door kerken vaker open te stellen en meervoudige bestemmingen ervoor te zoeken. Het algemeen nut moet duidelijker worden. Soms steekt protest op tegen de financiering van religie, zoals onlangs nog na uitspraken van Rome tegen het homohuwelijk, maar daaruit blijkt vooral dat een deel van onze seculiere publieke opinie is blijven steken in de negentiende eeuw.”
„Napoleon had een geniale inval”, besluit Pierre Trouillez. „Dat de huidige regering nu ook het boeddhisme wil erkennen, toont de kwaliteiten van zijn systeem aan. Dat sommigen zich dan toch verzetten tegen de financiering van de erediensten, is als een monster van Loch Ness, dat soms de kop op steekt, maar steeds weer verdwijnt.”

Lees meteen verder

Ik ben nog geen abonnee

Krijg 1 maand toegang
voor €5
OF

Word abonnee
voor €45
tot eind 2024

Registreer je hier