Zegenen in wereldse tijden

Zingeving

Een zegen vragen voor huisdieren, boekentassen en tractoren blijft populair

Coronaveilige zegening van landbouwvoertuigen op 15 augustus 2020 in Vivenkapelle (Damme). © Lodewijk Deleu
Coronaveilige zegening van landbouwvoertuigen op 15 augustus 2020 in Vivenkapelle (Damme). © Lodewijk Deleu

Een Franse theoloog, Elisabeth Parmentier, beweerde onlangs dat de praktijk van het zegenen moeiteloos de ontkerkelijking lijkt te overleven. Kijken we maar naar zegenrituelen van boekentassen, tractoren, huisdieren en motorrijders. Zelfs Tom Waes liet zich onlangs zegenen aan het begin van zijn programma. Hoe komt dat? Zowel Johan Leman, antropoloog en kenner van de mediterrane culturen, als Ronald Sledsens, pastoor-deken in Antwerpen, zoekt het antwoord in de oorspronkelijke betekenis van het zegenen: eulogia in het Grieks en benedire in het Latijn, letterlijk ‘goed spreken’.
– Vanwaar komt het zegenen?
Johan Leman • De logos, het Woord, is een ordenend principe. Via een eulogion ben je goed geordend in de chaos en ben je dan ook op de goede weg. In het Hebreeuws en het Arabisch spreekt men van baraka. In semitische talen is spreken trouwens nog meer. Het is ook de werkelijkheid ‘op zijn plaats houden’. Het woord is krachtig en kan iets te bewerken. Het Engelse blessing verwijst naar bloed als markering van iets dat van hogerhand Ronald Sledsens: „Hoe geseculariseerd de mens die een zegen vraagt ook is, hij maakt God groot” komt. In het Nederlandse ‘zegen’ zit het Latijnse signum, teken. Het zegenritueel is dan meteen een moment om mensen op de goede weg te houden.
Ronald Sledsens • Het Hebreeuwse baraka verwijst ook naar knielen, zoals voor een koning. Het is dus God groot maken. Hoe geseculariseerd de mens ook is die een zegening verlangt, hij maakt God groot. Het zijn sporen van transcendent besef. Een zegen is op zich niet meer dan goede woorden zeggen, benedire. Wie zegent, zegt dank aan God en goede woorden aan de mens.
– Hoe kun je dat tot uitdrukking brengen?
Johan Leman • Door een woord uit te spreken, door een symbool of door een ritueel. Daarvoor moet echter iemand een mandaat hebben, bijvoorbeeld vader of moeder of een cultusbedienaar. Laatstgenoemde zegent krachtiger dan een gewone mens. Enkel maar een prentje van Padre Pio, een palmtakje of een kruis is betrekkelijk zwak. Ze worden krachtiger als er een zegening overging, een ritueel. Drie elementen worden daar gecombineerd: een symbool, een woord en een persoon met een mandaat.< Johan Leman: „Voor al die rituelen geldt het aloude devies: baat het niet, het schaadt ook niet” br>Ronald Sledsens •  Het voorwerp is geen fetisj. De mens wordt mee gezegend. Als ik word gevraagd te zegenen, maak ik altijd een kruisteken. In de christelijke traditie verwijst dat naar de drie-ene God. Ik leg ook mijn hand op het hoofd van de persoon en plaats hem of haar onder Gods bescherming. Het benedictionale, een liturgisch boek met diverse soorten zegeningen, gebruik ik niet.
– Hoe functioneert het zegenritueel in de huidige pastoraal en cultuur?
Ronald Sledsens • Door de veroudering van de gelovigen is er minder vraag naar, al word ik nog steeds gevraagd zegeningen uit te spreken, bijvoorbeeld voor een huis. Het vreemdste dat ik ooit mocht zegenen was een frietkraam, omdat de eigenaars veel tegenspoed hadden beleefd. Het was voor hen een soort verzekeringspolis. Er zit dus een aspect van bijgeloof aan vast, maar tussen de officiële leer en het beleefde geloof bestaat er altijd wel een spanning. Kijk naar het zegenen van huisdieren. Voor vele vereenzaamde tijdgenoten is hun hond of vogel hun trouwe gesprekspartner. De Kerk biedt geen ruimte voor die dieren. Ze zijn zelfs niet welkom in het kerkgebouw. Een zegenritueel compenseert dat. Een gelovig stel homo’s vroeg me eens hun huis te zegenen en meteen henzelf. Het was een manier om toch te ontvangen wat niet voorhanden is.
Johan Leman • Onze cultuur is minder gevoelig geworden voor het sacrale. Het echte zegenen is in het christendom geëvolueerd naar het pure teken. En dat overleeft, ook bij onkerkelijken. We leven in een samenleving van verhaasting en van afname van de kracht van overgangsrituelen. Vooral die laatste, zoals het huwelijk en de bevestigingsrituelen van de eucharistie en de biecht die tijd en reflectie vragen, staan onder druk. Vergeet ook niet dat reflectie onzekerheid meebrengt. Luisteren naar een homilie van acht minuten is niet makkelijk. In onze cultuur is het visuele, het beeld sterker. Dus neemt het belang toe dat mensen hechten aan allerlei waarborgen van ‘gezegend zijn’ via symbolen en/of rituelen.
– Overleeft de zegening de ontkerkelijking?
Johan Leman • Dat zou me niet verbazen. Niet iedereen kan leven zonder tekens. In de chaos blijven mensen punten van en aanwijzingen voor het „op de goede weg” zijn zoeken, hopend dat ze daarbij door eventuele hogere machten beschermd zijn. Romelu Lukaku slaat steevast een kruisteken vóór elke match, een andere sporter houdt vast aan het ritueel in herinnering brengen van een eerder succes. Mensen zoeken zekerheid en geruststelling. En voor al die rituelen geldt het oude devies: baat het niet, het schaadt ook niet.
Ronald Sledsens • Omdat het antropologisch zo diep verankerd zit. Het behoort tot het wezen van de mens om zich te plaatsen in een groter geheel. Maar wat in een materiële samenleving, als er geen connotatie meer is met het transcendente? Lourdes trekt almaar minder volk. Ook zijn er minder competente bedienaren. Ik heb moeite met het zomaar alles zegenen. Een auto zegenen, moet minstens een gelegenheid zijn tot een kort pastoraal gesprek. Onze wereld blijft behoefte hebben aan goede woorden. Wie er taal en teken aan geeft, blijft gevraagd.

Lees meteen verder

Ik ben nog geen abonnee

Krijg 1 maand toegang
voor €5
OF

Word abonnee
voor €45
tot eind 2024

Registreer je hier