Een schande

Standpunt

Tachtig miljoen mensen. Mannen en vrouwen, kinderen en bejaarden. Mensen die alles noodgedwongen achterlieten. Zieke mensen, gewonde mensen, mishandelde mensen. Mensen zonder hoop, zonder perspectief op een waardig leven. Ver van huis, op de loop voor oorlog, geweld, uitbuiting, dictatuur. Tachtig miljoen mensen zoals u en ik, van vlees en bloed. Tachtig miljoen mensen met het gelaat van Christus. Ze kijken ons aan.
Onze wereld telt tachtig miljoen vluchtelingen. Liefst veertig procent van hen is minderjarig. Zien we in hen een medemens of een lastpak? Breekt ons hart, of hebben we een hart van steen? Voelen we ons verantwoordelijk, of zijn het onze zaken niet? Volgen we Christus wanneer het er echt toe doet, of beperken we dat tot de zondagsplicht?
Vorige week hadden de kranten groot nieuws. Drie bekende Vlamingen zagen hun naaktvideo’s ongevraagd rondgaan. Blijkbaar was dat de belangrijkste gebeurtenis ter wereld. Tegelijk waren op het Griekse eiland Lesbos 12.000 vluchtelingen op de dool, nadat hun armzalige tentenkamp afbrandde. We moeten onze prioriteiten kennen, nietwaar? Hoe kunnen we nu aandacht besteden aan dakloze kinderen wanneer drie BV’s groot verdriet hebben?
Is dat al te cynisch? U bent van mij een milde toon gewoon, maar het volslagen gebrek aan medeleven dat we als westerlingen hebben ontwikkeld voor mensen die leven in diepe ellende wordt stilaan ondraaglijk. Het lot van de vluchtelingen is een schande voor de hele mensheid.
Kiezen we voor vluchtelingen of voor uitvluchten? Bent u ook de valse argumenten zo moe? „We kunnen toch niet de hele wereld opvangen”, horen we geregeld. Nee, dat kunnen we niet, maar dat vraagt ook niemand. Het zit ook mijlenver van de realiteit. Driekwart van de vluchtelingen wordt opgevangen in buurlanden. Tachtig procent van de vluchtelingen leeft in landen of gebieden die Het zijn niet de rijke landen die vluchtelingen opvangen, het zijn de arme kampen met voedselonzekerheid. Vijfentachtig procent wordt opgevangen in ontwikkelingslanden. Laten we onszelf niets wijsmaken, het zijn niet de rijke landen die vluchtelingen opvangen, het zijn de arme.
Op 27 september, aanstaande zondag, is het de Werelddag voor de Migrant en de Vluchteling, een initiatief van de katholieke Kerk. De focus ligt dit jaar op zogenoemde ontheemden, mensen op de vlucht in hun eigen land. Dat stelt ons voor de vraag wat onze houding is, als christenen. „Ik had honger en gij hebt Mij te eten gegeven. Ik had dorst en gij hebt Mij te drinken gegeven. Ik was vreemdeling en gij hebt Mij opgenomen.” We kennen die woorden uit het Mattheusevangelie, we hoorden ze al tientallen keren. Wat doen we ermee?
In Duitsland leeft het debat, bij ons amper. „Wat er tot nu toe is gebeurd, is alarmerend weinig”, zegt aartsbisschop Stefan Heße, die in de Duitse Kerk referent is voor migratie en vluchtelingen. „Europa moet nu alles in het werk stellen om de bestaande humanitaire crisis te overwinnen. Meer dan ooit hebben we de plicht een einde te maken aan de rampzalige omstandigheden op Lesbos en een humane opvang te bieden aan degenen die bescherming zoeken.”
Het is tijd dat ook wij onze stem laten horen. We zijn niet machteloos. We kunnen organisaties als Caritas steunen, want zij helpen op het terrein. We kunnen vluchtelingen centraal stellen in ons gebed. We kunnen onze stem laten horen ten aanzien van politieke verantwoordelijken. We kunnen ons inzetten voor vluchtelingen in onze eigen omgeving. We kunnen medemensen terechtwijzen wanneer ze ontmenselijkende taal spreken over vluchtelingen. Kortom, we kunnen gehoor geven aan wat Christus ons heeft geleerd: „Al wat gij gedaan hebt voor een dezer geringsten van mijn broeders hebt gij voor Mij gedaan.”

Lees meteen verder

Ik ben nog geen abonnee

Krijg 1 maand toegang
voor €5
OF

Word abonnee
voor €45
tot eind 2024

Registreer je hier