Hoop in bange tijden

Standpunt

De voorbije weken vergeleek ik hier enkele keren de coronatijd met de paastijd. Eerst kenden we een periode die leek op Goede Vrijdag, met pijn, verdriet, angst en zelfs dood. Vervolgens begon de hoop te groeien, eigen aan Pasen. Het leven kwam voorzichtig opnieuw op gang, al doen de lockdownmaatregelen ons denken aan de apostelen die na Hemelvaart binnen de muren van het cenakel blijven. De paastijd eindigt met een feest van hoop, Pinksteren. De periode van verwarring maakt dan plaats voor een tijd van vastberadenheid. Zullen we die beweging ook zien in onze hedendaagse samenleving?
De toekomstige regionale overste van de jezuïeten in Vlaanderen en Nederland, Marc Desmet, formuleert het treffend in onze Klapstoel van deze week: „De leerlingen zitten samen te wachten op iets nieuws dat eraan zit te komen, maar dat ze nog niet kennen. Dat is Pinksteren.” Dat is inderdaad de omslag die Pinksteren meebrengt: afscheid nemen van het afwachten, durven te vertrouwen op het nieuwe, het onbekende.
We kunnen vandaag amper vatten hoe het voor de leerlingen moet zijn geweest. Wij kennen al tweeduizend jaar lang het christendom en we vinden het desondanks moeilijk om het door te geven aan de volgende generaties. De leerlingen moesten dat christendom helemaal zelf uitbouwen. Wat begon als een obscure stroming in het jodendom, groeide uit tot de grootste religie ter wereld, met vandaag meer dan twee miljard volgelingen. Historici beschrijven vele factoren voor dat succes, maar hoe dan ook begon het met een kleine groep die durfde te geloven in een nieuwe tijd.
Geloven in iets dat we nog niet kennen, durven wij dat vandaag ook? We kunnen de vraag beantwoorden op verschillende niveaus. Kijken we hoopvol naar de tijd die na de corona-uitbraak volgt? Of zinken we weg in pessimisme, omdat het virus wellicht nog jarenlang aanwezig De Geest is er al, zijn wij er ook? blijft, omdat de sociale, economische en menselijke gevolgen van deze crisis groot zijn? Zien we het voorbije schooljaar als verloren of blijven we werk maken van de toekomst van onze jongeren? Wagen we het nog te ondernemen, vrijwilligerswerk te verrichten, geëngageerd in het leven te staan? Bekijken we voortaan de ander als een potentiële haard van besmetting of nog steeds als een medemens?
Pessimisme is vandaag de makkelijkste, maar ook meest verraderlijke raadgever. We weten honderd procent zeker dat we moeilijke tijden krijgen, maar dat wisten de leerlingen ook. Lieten zij het hoofd hangen of staken ze de handen uit de mouwen? Zien we de eerste christenen louter als historische figuren met wie we weinig gemeen hebben, of als leden van onze eigen familie? In het tweede geval zijn we zelf ook leerlingen. De Handelingen der Apostelen lopen dan naadloos over in onze eigen handelingen. We zijn geen toeschouwers, maar hoofdrolspelers.
Geloven in wat we niet kennen, betekent geloven dat Pinksteren niet zomaar een gebeurtenis is uit lang vervlogen tijden. Aanstaande zondag herdenken we niet Pinksteren, het ís Pinksteren. Elk jaar opnieuw. Ik durf het zelfs scherper te stellen: het is permanent Pinksteren. Elk moment waarop wij openstaan voor de Geest, is Pinksteren. Dat wil de jaarlijkse hoogdag ons leren. De Geest is er al, zijn wij er ook?
Pinksteren bracht de leerlingen hoop in bange tijden. Dat was niet uniek, want de geschiedenis zit vol bange tijden, zoals we ook nu aan den lijve ondervinden. Hoop of wanhoop, het zijn geen dingen die ons fataal overkomen. We zijn niet machteloos, we hebben het voorrecht van de keuze. Pinksteren vieren, zelfs al moet het dit jaar met gesloten kerkdeuren, betekent dat we kinderen van de hoop willen zijn. Laat het nieuwe maar komen, wie de Geest binnenlaat, staat er nooit alleen voor.

Lees meteen verder

Ik ben nog geen abonnee

Krijg 1 maand toegang
voor €5
OF

Word abonnee
voor €52
tot eind 2024

Registreer je hier