En er was licht

Standpunt

Kent u William Turner? Het is een van mijn favoriete schilders. In het Verenigd Koninkrijk kent iedereen hem. Hij wordt er doorgaans beschouwd als de grootste schilder uit de Britse geschiedenis, maar bij ons lijken verrassend veel mensen hem niet te kennen. De Franse impressionisten zijn hier wel alom gekend, maar wist u dat zij de mosterd haalden bij Turner?
Aan die William Turner moet ik altijd denken wanneer ik buiten een bijzondere lichtinval zie. Weinig schilders spelen zo virtueel met licht als hij. Dag of nacht, zonsopkomst of zonsondergang, schemering of middagzon, heldere hemel of dreigende wolken, Turner begreep dat elke belichting haar charmes heeft. Hij trok dan ook naar buiten om te schilderen, wat in die tijd – de eerste helft van de negentiende eeuw – behoorlijk vernieuwend was. Gedaan met statige portretten van adellijke lieden of stillevens vol fruit en geslacht pluimvee, bij Turner zie je schepen en vissers, ruige landschappen, zeeën die naadloos overgaan in indrukwekkende wolkenpartijen. En steeds weer dat licht, altijd anders, telkens adembenemend.
Niet dat hij de eerste was die doorhad hoe belangrijk licht is. Rembrandt van Rijn speelde tweehonderd jaar eerder op geniale wijze met lichtinval in zijn ongeëvenaarde portretten. Toch is het Turner die als eerste van licht het onderwerp zelf maakt, zoals Claude Monnet en vele anderen hem later nadeden. Licht zal nooit meer weggaan als wezenlijk ingrediënt van grote kunst, zoals we nu ook zien in fotografie en film.
Misschien hebben we dergelijke kunstwerken aan een binnenmuur nodig om te beseffen hoeveel schoonheid ons buiten wacht. Wat valt dat extra hard op in deze tijd van het jaar. De donkere maanden zijn voorbij, het licht herovert stapvoets terrein. Drie tot vier minuten extra licht per dag, elke dag opnieuw. Tegen de tijd dat u volgende week opnieuw Licht is voedsel voor de huid, levensadem voor de ogen, energie voor de geest een Kerk & leven in de bus krijgt, zijn de dagen al bijna een halfuur langer geworden. Welke mens wordt daar niet gelukkig van?
Zelfs de Bijbel begint met licht: „Toen sprak God: ‘Er moet licht zijn!’ En er was licht. En God zag dat het licht goed was. God scheidde het licht van de duisternis; het licht noemde God dag, en de duisternis noemde Hij nacht. Het werd avond en het werd ochtend; dat was de eerste dag” (Genesis 1, 3-5).
Zo ging het niet letterlijk, maar de auteurs van dat oude boek hebben wel degelijk het belang van licht naar waarde geschat. Zonder licht was en is niets mogelijk. Geen leven, zelfs geen tijd en ruimte. De hele natuur – mensheid inbegrepen – functioneert sinds vanouds op het ritme van licht en duister. In de donkere maanden lijkt de natuur dor en doods, houden dieren hun winterslaap, bloeit en groeit er amper iets. Zo is het ook met mensen. Te weinig licht maakt ons neerslachtig en moe. Licht is voedsel voor de huid, levensadem voor de ogen, energie voor de geest.
Nu is het licht daar weer. Kinderen fietsen niet langer door de duisternis naar school. De werkdag eindigt voor velen opnieuw vóór de zon helemaal is verdwenen. Als de zon even tussen de wolken komt piepen en een optimistische vogel zijn mooiste fluittoon al even opwarmt, koesteren we zelfs de illusie dat de lente er al is. Niet waar natuurlijk, maar het kan niet ver meer zijn. De verwachting is alweer even belangrijk als de vervulling.
Mocht u eens in Londen komen – en laat de brexit u vooral niet tegenhouden – wandel dan langs de Theems naar de Tate Britain. In dat beroemde museum is een volledige vleugel gewijd aan het werk van William Turner. Laat u meevoeren met zijn wilde penseelstreken en verlies u helemaal in het licht dat hij op zijn doeken tovert. Licht en kunst, twee godsgeschenken verenigd en vereeuwigd.

Lees meteen verder

Ik ben nog geen abonnee

Krijg 1 maand toegang
voor €5
OF

Word abonnee
voor €52
tot eind 2024

Registreer je hier