‘De meest beknopte definitie van ons geloof is menswording’

Klapstoel
Bert Roebben
Theoloog in Bonn

Theoloog en godsdienstpedagoog Bert Roebben woont in Kessel-Lo, maar is al jaren verbonden aan Duitse universiteiten, aanvankelijk in Dortmund en sinds enkele jaren in Bonn. Vorig jaar besliste hij om tijdelijk leerkracht godsdienst te worden (teacher in residence) in een multiculturele basisschool in zijn buurt. Zo werd professor Roebben dus even meester Bert.

Al vele jaren is theoloog Bert Roebben actief in de academische opleiding van toekomstige godsdienstleerkrachten. „Contact met de werkvloer houd ik weliswaar via mijn studenten,” vertelt hij, „maar toch wilde ik het lesgeven in de huidige context aan den lijve ondervinden. ‘Hoe wordt een leerkracht vandaag geconfronteerd met diversiteit in het onderwijs?’, luidde mijn leervraag.” En zo stond de opleider opnieuw voor de klas.

Bert Roebben: „Kerken moeten zich ervoor hoeden alleen maar een tegencultuur te worden.” © Marco Mertens
Bert Roebben: „Kerken moeten zich ervoor hoeden alleen maar een tegencultuur te worden.” © Marco Mertens

– Wat stak meester Bert op van zijn leerlingen?
Ik stond voor de klas in het vijfde en zesde leerjaar van De Zonnebloem in Kessel-Lo, een vrije basisschool met een sterk gekleurde leerlingenpopulatie. Daar lesgeven deed me weer met beide benen op de grond staan. Allereerst viel de grote mondigheid me op. Kinderen vandaag stellen onbeschroomd vragen. Zoals het leerplan voorschrijft, werkte ik met een Bijbelverhaal, meer bepaald dat over de profeet Elia. Daarbij ervoer ik dat de kinderen goed kunnen omgaan met de diverse elementen van het verhaal. Zo bleken ze ‘profeet’ te associëren met de jonge Zweedse klimaatactiviste Greta Thunberg.
Je mag je als leraar ook niet verstoppen. Je moet authentiek durven te zijn en duidelijk maken waarin jij gelooft, al moet je je terzelfder tijd kunnen relativeren. Ik tastte ook af of je op school een religieuze ervaring kunt aanbieden. We zongen dus samen een liedje uit de vormselviering, ook al zaten er in de klas ook islamitische leerlingen. Dat lukte wonderwel, maar evenzeer voelde ik spanningen tussen de diverse culturele tradities van leerlingen.
– Is het in deze postseculiere samenleving nog wel mogelijk aan geloofsoverdracht te doen?
Religieuze tradities zijn inderdaad goeddeels verdampt en mensen lijken voortaan op hun eigen kompas te willen varen, maar tegelijk bestaat er openheid voor diepere vragen. Volgens de Duitse filosoof Jürgen Habermas kan het religieuze verhaal in het publieke domein een verschil maken, op voorwaarde dat het in verstaanbare taal wordt uitgedrukt. Hoe brengen we dan die oude verhalen onder de aandacht van zoekende mensen? Volgens mij door ze levensecht te vertellen aan kinderen en volwassenen. In de klas leerde ik dat kinderen een verhaal als dat van Elia perfect aankunnen. Dat veronderstelt echter een leerkracht die het geloofsverhaal zowel als zijn vak goed kent, zodat een oud verhaal toegankelijk wordt. Een godsdienstleerkracht zou zeker twaalf Bijbelverhalen in de vingers moeten hebben.
– Waartoe moet die geloofsoverdracht dan dienen vandaag?
Ik maak me zorgen over „Een godsdienstleerkracht moet zeker twaalf verhalen in de vingers hebben” onze samenleving. Voortgaand op het misprijzen en zelfs ronduit de haat voor afwijkende meningen in sociale media, lijkt het wel alsof we de meest elementaire hoffelijkheid overboord hebben gekieperd. Kinderen moeten leren dat het anders kan. Als tegengif moeten we hen opnieuw een cultuur van vertrouwen leren kennen. God en de medemens eer betonen, is een fundament van onze religieuze traditie en dat moet hen worden bijgebracht. God bemint elkeen en wij allen zijn elkaars broers en zussen. De meest beknopte definitie van ons geloof is tenslotte menswording.
– Verkeert de godsdienstleerkracht vandaag in zwaar weer?
Bij mijn Duitse studenten merk ik hoe uiteenlopend hun religieuze verankering wel is. Er dienen zich evenzeer godsdienstleerkrachten aan die weinig verbinding hebben met de christelijke traditie en die moet je helpen daarin thuis te komen. Hoe dan ook heeft een leerkracht het niet makkelijk. Hoe ingrijpend je leerplannen ook herziet, de godsdienstleerkracht zal altijd dubbel moeten scherpstellen, op de grondervaringen van jongeren zelf zowel als op de verhalen die hen een spiegel kunnen voorhouden.
– Wat leerde u in Duitsland nog meer?
Toen ik nog in Dortmund werkte, in het multiculturele Ruhrgebied waar zich tal van interessante ontwikkelingen voordoen, nam ik deel aan een project dat onder niet-begeleide minderjarige asielzoekers speurde naar veelbelovende elementen die snel richting universiteit konden worden gestuurd, ook in theologie. Daarvan kunnen we in Vlaanderen leren. Bonn is dan weer voluit het katholieke Duitsland, ook al leven er diverse religieuze strekkingen naast elkaar. Ik leerde er dat we niet krampachtig moeten reageren op pluralisme en dat God zich in vele gedaanten laat zien. Ik leerde ook dat je, als Kerk, heikele maatschappelijke kwesties zoals het succes van de rechts-populistische Alternative für Deutschland openlijk kunt en moet bespreken. De binnenkerkelijke inertie die je vandaag bespeurt, begrijp ik dan ook niet. Kerken hebben nog altijd hun eigen verhaal te vertellen, maar ze moeten zich ervoor hoeden alleen maar een tegencultuur te worden.

Lees meteen verder

Ik ben nog geen abonnee

Krijg 1 maand toegang
voor €5
OF

Word abonnee
voor €45
tot eind 2024

Registreer je hier