‘Ik wil getuigen van de gruwel die vluchtelingen doorstaan’

Klapstoel
Kouamé
Vluchteling uit de hel

Als tiener zag Kouamé hoe gewapende mannen zijn ouders vermoordden en zijn zus verkrachtten. Hij ontsnapte aan de kogel die voor hem was bestemd en sloeg op de vlucht. Vanuit West-Afrika trok hij door de Sahara naar Libië, op zoek naar een menswaardig bestaan. Dat vond hij uiteindelijk pas jaren later in Frankrijk, nadat hij de speelbal werd van mensenhandelaars.

Na de moord op zijn ouders ontvluchtte Kouamé zijn geboorteland. Hij ondernam een helse tocht door de woestijn en over de Middellandse Zee, waarbij hij ten prooi viel aan mensenhandelaars en lotgenoten zag verdrinken. Uiteindelijk kwam hij terecht in Frankrijk. Hij vond er werk en schreef er zijn verhaal neer in Gevlucht uit de hel. „Velen vergeten dat er achter de cijfers en statistieken over vluchtelingen mensen schuilgaan.”

Kouamé: „Ik schreef niet enkel mijn verhaal, maar evenzeer dat van duizenden vluchtelingen.” © XO Éditions
Kouamé: „Ik schreef niet enkel mijn verhaal, maar evenzeer dat van duizenden vluchtelingen.” © XO Éditions

– Tijdens uw tocht en zelfs na uw aankomst in Spanje en later Frankrijk valt het u opmerkelijk zwaar om te praten over die tocht en de reden van uw vlucht. Waarom tekende u uw verhaal uiteindelijk wel op?
Aanvankelijk was het helemaal niet de bedoeling van mijn verhaal een boek te maken. Toen ik het bevel kreeg het Franse grondgebied te verlaten, verloor ik alle hoop. Had ik daarvoor de Sahara en de Middellandse Zee getrotseerd? Ik wilde niet meer leven en ik was vastbesloten er een einde aan te maken. Samen met mijn leraar Frans schreef ik mijn verhaal neer. Hij wist niet dat het mijn afscheidsbrief was. In de daaropvolgende week kreeg ik echter twee keer goed nieuws. Ik kreeg alsnog een verblijfsvergunning in Frankrijk en het Rode Kruis had mijn zus teruggevonden in mijn land van herkomst. Tot dat moment wist ik niet of zij nog in leven was. Dat veranderde de zaak en plotseling was mijn reden om te leven zonneklaar: er zijn voor mijn zus.
Via mijn leraar Frans en een aantal anderen belandde mijn manuscript bij Nicolas Vanier, een bekende Franse auteur, die het voorstelde aan XO Éditions. Omwille van mijn zus’ veiligheid en de mijne wilde ik niet dat er een boek van zou komen. We schrapten dan maar alle verwijzingen naar de politiek die in mijn land van herkomst gevoelig zouden kunnen liggen en nu ben ik opgetogen dat het boek er ligt. Naast de beelden van vluchtelingen op de televisie en de statistieken is mijn boek een persoonlijke getuigenis van de gruwel die vluchtelingen doorstaan. Velen vergeten dat er achter de cijfers en statistieken over vluchtelingen mensen schuilgaan. Hun wilde ik een gezicht geven. Het boek is niet enkel mijn verhaal, maar ook dat van duizenden vluchtelingen.
– Heel wat mensen beïnvloedden het verloop van uw tocht, al dan niet met de beste bedoelingen. Hoe ziet u hen vandaag?
Over ieder van hen kan ik veel vertellen. Aan elke hand heb ik vijf vingers van verschillende lengte. Zo is het ook met mensen: er zijn er geen twee identieke, maar de mensen die een deel werden van mijn verhaal droegen uiteindelijk „Samen met mijn leraar schreef ik mijn verhaal. Hij wist niet dat het mijn afscheidsbrief was” bij tot mijn overleving. Dat sommigen onder hen slechte bedoelingen hadden, maakt nu eenmaal deel uit van het verhaal. Het is een mengeling van goed en kwaad. Sommige mensen geloven dat niet of ze hebben het er moeilijk mee. Dat is hun recht. Ik kies er echter voor om meer te denken aan de mensen die het wel goed met me voorhadden. Zo kwam ik, kort nadat ik mijn geboortestad ontvluchtte, terecht bij zuster Claudine, een Portugese zendeling. Zij gaf me onderdak, medische verzorging, kleding en liefde. Het deed me veel verdriet toen ik bij haar weg moest. Vandaag begrijp ik nog steeds niet goed waarom ik weg moest. Ik denk dat ze me wegzond met een missie. Later vernam ik dat ze was overleden.

– Wat zou u zeggen aan zuster Claudine mocht u haar nog eens kunnen zien?
Woorden schieten tekort als ik aan haar denk, het is onmogelijk uit te drukken wat zij voor me betekende. Dankzij haar toedoen ben ik niet dood. Ze was als een moeder voor me. Net als mijn ouders schonk ze me het leven. Maar net als mijn ouders kan ik haar niet bedanken. Het woord ‘bedankt’ is immers ontoereikend. Hoe doe je dat, je ouders bedanken? Misschien door hen te laten weten dat het goed met me gaat.
– Hoe ziet uw leven er vandaag uit?
Mijn situatie is stabiel. Ik woon in Toulouse en ik heb een vast contract in een bedrijf waar ik graag werk. Na mijn uren richtte ik een organisatie op om de mensen in Afrika te helpen. Die organisatie geeft financiële steun, organiseert gezondheidsvoorlichting en onderwijs en we zoeken naar oplossingen om drinkwater naar afgelegen dorpen te brengen. Het is nu aan mij om die mensen te helpen, na alle hulp die ik zelf kreeg. Toen ik voor het eerst na mijn vlucht belde met mijn zus, vertelde ze me dat ze een dochtertje had. Zij is mijn grootste inspiratiebron. Ik bel elke dag met hen en het is werkelijk voor mijn nichtje dat ik het doe. Zij heeft niets te maken met het drama waarbij ik mijn ouders verloor. Ze is een onbeschreven blad en ik wil dat ze alle kansen krijgt in het leven.

Lees meteen verder

Ik ben nog geen abonnee

Krijg 1 maand toegang
voor €5
OF

Word abonnee
voor €45
tot eind 2024

Registreer je hier