Ode aan de stilte

Bisdom Gent

Estse filmmaakster Ingel Vaikla beleefde laatste momenten van vier zusters in abdij Roosenberg van dichtbij

Ingel Vaikla: „Ik draag de vier zusters in mijn hart en denk vaak aan hen.” © Ingel Vaikla
Ingel Vaikla: „Ik draag de vier zusters in mijn hart en denk vaak aan hen.” © Ingel Vaikla

De laatste vier zusters van de abdij Roosenberg in Waasmunster verlieten hun klooster in de zomer van 2016. Dat was voor de Estse cineaste Ingel Vaikla de aanleiding om enkele weken bij de zusters te verblijven, gewapend met een camera. Het resultaat van dat verblijf is de begeesterende documentaire Roosenberg die op verscheidene filmfestivals hoge ogen gooit. De film is een ode aan de bijzondere plek die het klooster is en aan de relatie die de laatste zusters ermee hadden. Het verblijf maakte een diepe indruk op de filmmaakster, die in Gent woont en werkt.
– Hoe pakte u ‘Roosenberg’ aan?
Ik raakte geïntrigeerd door het klooster van Roosenberg door de unieke architectuur ervan. Het werd ontworpen door de Nederlandse benedictijn en architect Hans van der Laan als een plaats waar ruimte en beleving elkaar aanvullen. Ik zag zijn bouwstijl voor het eerst in de abdij van Sint-Benedictusberg, bij Vaals. De intense stilte die ik daar beleefde, maakte een diepe indruk op me. Van der Laan ontwierp niet enkel het gebouw, maar ook het meubilair, de liturgische objecten en de gebedskledij van de zusters. Dankzij mijn ouders kreeg ik op jeugdige leeftijd al een zekere belangstelling voor architectuur mee. Na de kennismaking met de zusters wist ik zeker dat ik over hen en hun klooster een film wilde maken.
In Roosenberg gaat het om de relatie die de zuster hebben met het gebouw en de inrichting ervan. Ik vroeg me daarbij af hoe ik die relatie in beeld kon brengen op een manier die mens en gebouw eer aandeed. Omdat ik de kijker wilde laten delen in de beleving die ik ervoer terwijl ik daar verbleef, trachtte ik van de beelden een ode aan die ruimte te maken. In zekere zin ligt de film in het verlengde van de architectuur, al is dat moeilijk te zeggen over je eigen werk. Het is alvast wat ik beoogde.
– Kon u makkelijk aarden in het klooster in Waasmunster?
In totaal bracht ik er zo’n drie maanden door. Het was een uitdaging om er het juiste ritme te vinden, omdat ik me liet leiden door andere dingen die zich afspeelden in mijn leven. In zo’n gebouw kun je dat echter beter niet doen. Ik moest de stilte en de saaiheid de controle laten overnemen. Overigens bedoel ik niets negatiefs met het woord ‘saaiheid’. Het is iets dat we moeten omarmen omdat we dan pas bepaalde gevoelens de toegang verlenen. In het klooster kon dat.
Na verloop van tijd begon ik dat enorm te waarderen, tot op het punt waar ik er eigenlijk niet meer weg wilde. Of ik wilde de rust die ik daar beleefde althans niet kwijt. Tijdens de Gentse Feesten vroegen vrienden waar ik bleef, maar ik had nauwelijks belangstelling voor de drukte van zo’n festival. Toen het klooster definitief de deuren „Toen de film klaar was, lazen de zusters voor het eerst mijn gedachten” sloot, voelde ik me daar niet goed bij. Ik kan gerust zeggen dat ik het mis. Op zondag is daar nog steeds een eucharistieviering die ik af en toe bijwoon, hoewel het nu weer wat langer geleden is. Maar ik draag de vier zusters in mijn hart en denk vaak aan hen.
– In uw film schrijft u een brief aan de zusters van het Roosenbergklooster. Welke boodschap wilde u overbrengen?
Helaas spreek ik geen Nederlands, dus was het lastig communiceren met de zusters. Aanvankelijk vreesde ik dat ik door die taalbarrière moeizaam hun vertrouwen zou winnen, maar dat bleek goed mee te vallen, want eigenlijk hechten we te veel belang aan woorden. De stilte overheerste hoe dan ook in het klooster. Niet dat de zusters onderling nooit praten. Wanneer daar tijd en ruimte voor was, sloegen ze zelfs graag een praatje. Maar aangezien ik hen toch niet verstond, wilde ik de stilte benadrukken in de film. Zo strookt het verhaal met mijn beleving.
Ondanks de taalbarrière ging ik me erg hechten aan de vier zusters. Ik kreeg er vier grootmoeders bij. Wanneer we elkaar terugzien, is dat nog steeds een hartelijke gebeurtenis. De brief is uiteindelijk een hommage geworden, waarin ik tracht duidelijk te maken wat mijn relatie en mijn aanvoelen is met het bijzondere klooster en met hen. Toen de film klaar was en zij hem als eersten bekeken, was het ook de eerste keer dat ze mijn gedachten konden lezen. Heel ontroerend was dat.
– Aan het einde van de film vraagt u zich af waarom we plaatsen en mensen pas naar waarde schatten wanneer we ze achterlaten. Vond u met het maken van de film een antwoord op die vraag?
Ik denk dat die vraag het leidmotief van de film werd. Het klopt wel dat we veel zaken in het leven pas waarderen wanneer we ze dreigen te verliezen. Dat is het moment waarop we een stapje terug doen en even nadenken over welke emoties we ervaren bij dat alles. Helaas doen we dat niet voldoende wanneer daar nog tijd voor is.
– Bent u tevreden met het resultaat?
De tijd die ik in het klooster doorbracht, is niet te vergelijken met eender welke andere ervaring die het leven me tot nog schonk. Daar ben ik dik tevreden over en dat had een grote invloed op me, als persoon en als artieste. Ik ben snelheid en traagheid, drukte en stilte, anders gaan ervaren. Mijn film kan ik niet objectief bekijken, maar het is het beste wat ik op dat moment kon maken. In dat opzicht ben ik er heel tevreden mee, al zou ik er vandaag een andere film van maken. Hij dateert immers al van 2017. Sindsdien ben ik als mens veranderd en gegroeid, mede dankzij mijn ervaring in het klooster. Ik hoop dat mijn film kijkers ertoe zal aanzetten het klooster te bezoeken en zich te laten overmeesteren door de rust die het uitstraalt.

Lees meteen verder

Ik ben nog geen abonnee

Krijg 1 maand toegang
voor €5
OF

Word abonnee
voor €45
tot eind 2024

Registreer je hier