Van de kapel naar de leefgroep en terug

Kerk

In het kinderinternaat van de zusters van Liefde in Kortemark draaien vier jonge zusters mee als opvoeder

In het kinderinternaat zijn de zusters er altijd. Ze eten mee, ondersteunen het huiswerk en spelen. © Robberecht & De Wilde
In het kinderinternaat zijn de zusters er altijd. Ze eten mee, ondersteunen het huiswerk en spelen. © Robberecht & De Wilde

Een zuster die in zwart habijt aan de schoolpoort staat en kinderen die joelend op haar afrennen en bij haar in de auto stappen. Aan zes basisscholen in en rond het West-Vlaamse Kortemark is het geen ongebruikelijk zicht. In 2010 breidden de zusters van Liefde er hun bestaande meisjesinternaat uit met een kinderinternaat.
„De congregatie bestaat 170 jaar en was in haar geschiedenis actief op heel wat domeinen in de zorg, maar tien jaar geleden beslisten we de instellingen over te dragen aan leken en ons te concentreren op het internaat”, zegt algemeen overste moeder Godelieve. „Onze vier jongste zusters doen het meeste werk, samen met de lekenopvoeders, maar het hele klooster staat hen logistiek bij. Alle was wordt bijvoorbeeld gevouwen door een zuster van 85 jaar. Je kunt je wel voorstellen dat de wasmachine hier dag en nacht draait.”
De zusters Benedicta, Catharina, Theresia en Magdalena, twintigers en dertigers, begeleiden ieder een leefgroep van maximaal zes kinderen. „Enkele jaren geleden werkten we in één grote groep van veertig, maar we merkten dat persoonlijk contact wezenlijk is”, zegt zuster Catharina. Moeder Godelieve: „Sommige ouders komen rechtstreeks bij ons terecht, maar heel wat kinderen worden naar ons doorverwezen door de bijzondere jeugdzorg of door de school die merkt dat het wat moeilijker loopt. We blijven echter een gewoon internaat. We staan sterk in het geven van aandacht, warmte, veiligheid en structuur, maar bij een al te specifieke problematiek verwijzen we door. Sinds twee jaar hebben we een psycholoog in dienst, die zowel de kinderen als de begeleiders ondersteunt.”
Het internaat is fris en hedendaags ingericht, met hier en daar een christelijk symbool. Hoe religieus is het leven in de leefgroepen? „Het belangrijkste is uiteraard dat de kinderen alles krijgen wat ze nodig hebben. Eten, spel, hulp bij het schoolwerk en iemand die luistert”, zegt zuster Benedicta. „Wij zijn er altijd. Wellicht proeven de kinderen daarin al iets van het religieuze leven. Ze weten dat wij dit doen omdat we van God houden.” „Voor heel wat kinderen is het internaat de eerste kennismaking met het geloof”, zegt zuster Magdalena. „We proberen elke dag een ochtend- en avondwijding te houden in de leefgroepen, waarbij we zingen, een Bijbelverhaal lezen of vertellen over een heilige. Soms duurt dat maar vijf minuten, soms blijven ze moeilijk stil, maar op andere dagen blijven de vragen maar komen.”
Vaak bidden de zusters ook voor de kinderen. „En dat vertellen we hun ook”, zegt zuster Catharina. „Ze voelen goed aan wat het betekent.” „In mijn leefgroep, bij de jongsten, vraag ik soms voor wie ze zelf willen bidden”, vult zuster Theresia aan. „Dan komen ze met mooie voorstellen, die je niet meteen zou verwachten.” Zelf moeten de vier het evenwicht zoeken tussen het internaat en hun religieuze leven. De zusters van Kortemark zijn dan wel een actieve congregatie, ze kennen ook een intensief gebedsleven.
„De dag begint eerst in de kapel en dan pas in de leefgroep”, zegt zuster Benedicta. Zuster Theresia: „Later op de dag kan het moeilijk zijn om de overstap te maken van de drukte van de kinderen naar het gebed. Soms voel je je niet klaar om te beginnen. Dan moet je je kopzorgen bewust afgeven aan Christus.” „Voor ons is gebed nu eenmaal prioritair”, besluit zuster Magdalena. „Als we dat niet goed doen, zal ook de rest niet lukken.”

Lees meteen verder

Ik ben nog geen abonnee

Krijg 1 maand toegang
voor €5
OF

Word abonnee
voor €45
tot eind 2024

Registreer je hier