Koers en Kerk

Standpunt

”Als je opgroeit in de Vlaamse Ardennen, op een boogscheut van de Koppenberg en de Oude Kwaremont, is de wielersport nooit veraf. Mijn hele jeugd lang zag ik wielerpelotons door mijn toenmalige streek razen, nu eens bemand door afgetrainde professionals, dan weer door ietwat rondbuikige amateurs. Beide categorieën konden steevast rekenen op spontaan gejuich van de aanwezige omstanders. De koers was en is de absolute volkssport in Vlaanderen.
Dit weekend gaat het nieuwe wielerseizoen van start. Of juister, het Vlaamse wielerseizoen. Want laten we wel wezen, al hebben onze wielerhelden eerder deze maand hun kuiten al opgewarmd in Spanje of Colombia, voor de ware fan begint het nieuwe jaar met Omloop het Nieuwsblad en Kuurne-Brussel-Kuurne. Vlaggen worden gestreken, koelboxen gevuld, broodjes gesmeerd. Het circus rukt weer uit en onze landgenoten zullen massaal aan de kant van de weg staan supporteren. Kan Philippe Gilbert het nog? Is Greg Van Avermaet al in bloedvorm? Zien we de grote doorbraak van Remco Evenepoel? Binnenkort weten we het.
We mogen het zelfs meemaken vanaf de eerste rij. Dat is het grote geheim van het wielrennen. In geen enkele andere sport sta je met je neus op de wereldsterren, kun je hen bijna aanraken. Coureurs zijn nog steeds heel bereikbaar, zo lezen we in dit nummer van Kerk & leven. Ze zijn tegelijk levende legende en jongen van om de hoek. Zelfs de grootste kampioenen blijven voor altijd gewoon Eddy, Lucien of Tom. Wat een verschil met voetballers.
Mijn herinnering voert me even naar 1983. Lucien Van Impe, mijn grote favoriet, wordt vierde in de Ronde van Frankrijk en wint er zijn zesde bolletjestrui. Datzelfde jaar wordt hij ook Belgisch kampioen. Mijn oom neemt me mee naar Ronse, voor een lokale wedstrijd. Bij de start rijdt Van Impe rakelings langs me. Hij glimlacht en knipoogt. Laten we als Kerk meer wielrennen dan voetbal zijn Een magisch moment. In de laatste ronde gaat hij ervandoor, met een forse versnelling op een pittige helling. Hij wint. En neemt vervolgens uitgebreid de tijd voor handtekeningen en praatjes. Altijd doodgewoon Lucien.
Zo’n mentaliteit, dat inspireert. Laten we als Kerk meer wielrennen dan voetbal zijn. Altijd bereikbaar, voor iedereen toegankelijk. Dat wordt beslist een uitdaging, want de tijd dat de Kerk overal aanwezig was, is voorbij. Dat hoeft geen probleem te zijn. Bereikbaarheid is veel meer een kwestie van mentaliteit dan van aantallen. Ook in onze nieuwe Kerk, met grotere pastorale eenheden en minder priesters, moeten we aanspreekbaar en dienstbaar blijven. Dat is niet enkel een opdracht voor de kerkprofessionals, maar voor ieder van ons.
Misschien lijken we vandaag wel meer op het vrouwen- dan mannenwielrennen. Ook in dit nummer leest u hoe de vrouwelijke coureurs veel harder hun best moeten doen om te worden opgemerkt. Het mannenwielrennen, dat is het rijke roomse leven van weleer, dat loopt vanzelf. Het vrouwenwielrennen, dat is de Kerk van vandaag, met minder volk en lang niet zo populair. Er zijn in de media ook niet veel beslagen commentatoren meer, nog een gelijkenis. „Als almaar meer jonge meisjes in het zadel springen, zwengelt dat de populariteit van de sport aan”, zegt voormalig wielrenster Lieselot Decroix. Was het in de Kerk maar zo eenvoudig. Alhoewel, misschien moeten we inderdaad wat meer ruimte geven aan jonge vrouwen in de Kerk, geen slecht idee.
Nieuwe tijden vergen een nieuwe aanpak. De Kerk verandert snel en ingrijpend in Vlaanderen. Er is geen weg terug. Treuren om wat geweest is, zet geen zoden aan de dijk. Laten we er toch vooral over waken dat de nieuwe wegen altijd leiden naar gewone mensen. Te midden van de mensen staan, dat blijft de roeping van de koers en van de Kerk.”

Lees meteen verder

Ik ben nog geen abonnee

Krijg 1 maand toegang
voor €5
OF

Word abonnee
voor €45
tot eind 2024

Registreer je hier