‘Uit onze bubbel geraken kost veel moeite’

Klapstoel
Mariame Keita
Jongerenambassadeur voor de Vrede

Ruim een jaar nadat Mariame Keita (23) in naam van de Vlaamse Jeugdraad de Verenigde Naties toesprak, huldigt Pax Christi Vlaanderen haar als Jongerenambassadeur voor de Vrede. De juriste ziet het vooral als een stimulans om zich te blijven engageren, „voor projecten tegen ongelijkheid en voor participatie, maar ook gewoon in het dagelijkse leven”.

Een interview geeft ze niet in een kantoor of op café, maar in een hoek van de Brusselse Nederlandstalige bibliotheek. Mariame Keita is dan ook bibliothecaressedochter, werkte als student tussen de rekken en leest nu nog twee boeken per week. „Vaak lichte lectuur, maar van 2018 onthoud ik een boek over circulaire economie. Ik volg niet elke gedachte, maar we moeten blijven filosoferen over wat anders kan.”

Mariame Keita: „Het is gezellig in Leuven en ik had er kunnen blijven wonen, maar ik moet zien wat er nog bestaat.” © Bart Dewaele
Mariame Keita: „Het is gezellig in Leuven en ik had er kunnen blijven wonen, maar ik moet zien wat er nog bestaat.” © Bart Dewaele

– U werkt sinds de zomer voor de Vlaamse Jeugdraad. Was dat een droom?
Het was niet de meest logische stap als juriste, maar ik wist nog niet precies welke richting ik uit wilde toen de jeugdraad me vroeg om te solliciteren. De diplomatie of de advocatuur? Als Vlaamse jongerenvertegenwoordiger bij de Verenigde Naties was ik echter twee jaar vrijwilliger bij de jeugdraad en ik besefte snel dat ik daar nu meer positieve impact kan hebben dan elders.
– Pax Christi looft uw verbindende houding. Wat vindt u daarvan?
Verbinden is absoluut wat ik wil doen. Ik kreeg door mijn achtergrond, met een Afrikaanse vader en een Belgische moeder, diverse perspectieven mee. Mijn familie is aan de ene kant veel minder rijk dan aan de andere. Misschien vind ik het daarom niet zo moeilijk om me in anderen te verplaatsen? Drie maanden geleden verhuisde ik naar Brussel. Hier leven gezinnen met kinderen op straat, ook vlak bij het gebouw waar ik met vier huisgenoten samenwoon. De meeste mensen lopen hen gewoon voorbij. Ik moest echter hun naam kennen en weten waar ze vandaan komen. Interesse in andermans verhaal vind ik essentieel. Nu ik vredesambassadeur ben, geldt dat trouwens des te meer. Ik wil die titel waarmaken.
– Ook wanneer die ander minder fraaie dingen schrijft over nieuwe jeugdraadleden, omdat ze een migratieachtergrond hebben?
Mijn eerste reactie is ook dan om te proberen in te schatten waar iemand vandaan komt en waarom hij zegt wat hij zegt. Was ik in een ander gezin opgegroeid, ik voelde en schreef misschien net hetzelfde. Ik wil ingaan tegen de polarisatie. Ik heb heel wat vrienden die politiek veeleer rechts zijn en die nog nooit een vluchteling ontmoetten. Ik probeer een brugfiguur te zijn en hun de menselijke kant van migratie te laten zien. Net zo stimuleer ik in de werkgroep diversiteit die ik begeleid de verschillende groepen, de jongeren met een beperking, de zwarte activisten en de holebi’s, om zich wederzijds in elkaar in te leven.
– „Kom uit je bubbel”, pleit u bij de aankondiging van een activiteit op Facebook. Zat of zit u zelf in een bubbel?
Ik ging in elk geval naar een katholieke school in Leuven, een veilige omgeving. Sinds enkele jaren probeer ik echter om mijn wereld te verruimen, door plekken „Voor ouderen zijn wij wellicht een verwende generatie, die het gewend is dat er geluisterd wordt” en initiatieven op te zoeken buiten mijn comfortzone. Als zestienjarige was ik zo onder de indruk van een schoolbezoek aan Poverello, dat ik er bleef komen. Het vraagt echter flink wat moeite om uit die bubbel te geraken, zelfs al om te beseffen dat die er is. Daarom probeer ik af en toe mensen aan te spreken met wie ik weinig gemeen heb en zeg ik zo vaak mogelijk ‘ja’ tegen wat zich aandient. Het is gezellig in Leuven en ik had er kunnen blijven wonen, maar ik moet zien wat er nog meer bestaat. Al ken ik ook in Brussel voorlopig vooral Vlamingen en plekken die voor mij voor de hand liggen, zoals theaters en bibliotheken.
Onze bubbel doorbreken is cruciaal. Anders kun je eindeloos in theorie discussiëren over de ander. Hoeveel vluchtelingen waren in het migratiedebat van de jongste jaren aan het woord? Als vrijwilliger kwam ik de voorbije jaren in veel scholen. In Aalst vertelden leerlingen dat zwarte mensen en Marokkanen zich allemaal in hun slachtofferrol wentelen, in Molenbeek dat alle witte Vlamingen racisten zijn. Ik had die twee groepen zo graag door elkaar gegooid, zodat de enen voor de anderen een gezicht kregen. De feitelijke segregatie in de samenleving, ook op het vlak van klassen en generaties, moet echt verdwijnen.
– Begrijpen oudere generaties waar u mee bezig bent?
Mijn opa is bijvoorbeeld erg trots op me, maar hij vindt het bizar dat ik me wil verdiepen in racisme en het klimaat en dat ik vegetarisch wil eten. Tegelijk zijn wij in zijn ogen wellicht een verwende generatie, die het gewend is dat er geluisterd wordt. Veel ouderen weten wel wat het betekent te leven in moeilijke omstandigheden en dat verdient respect. Bovendien helpt het contact met hen ons inzien dat we meer tijd moeten maken voor elkaar, in plaats van voor onze schermen. Elke generatie kan iets leren buiten zijn eigen bubbel.
– Uw generatie is ook een visuele generatie. Kunt u de lezers van kerk & Leven een video aanraden?
Ik denk meteen aan een melig, maar fantastisch filmpje dat de Deense openbare omroep een paar jaar terug de wereld instuurde. De makers zetten mensen letterlijk in hokjes – zakenlui, sportievelingen, moslims en verplegers – om vervolgens de categorieën te doorbreken en te tonen dat iedereen iets met iedereen gemeen heeft. Telkens ik het bekijk, word ik emotioneel.

Lees meteen verder

Ik ben nog geen abonnee

Krijg 1 maand toegang
voor €5
OF

Word abonnee
voor €52
tot eind 2024

Registreer je hier