‘Een mens leert pas langzaam’

Bisdom Brugge

Monniken van Westvleteren nemen deel aan de slotwake van Wakker voor vrede in Langemark. Abt Manu Van Hecke is een van de peters van het project

Manu Van Hecke: „Het mooie aan een mens is dat hij genaakbaar is.” © Michel Vanneuville
Manu Van Hecke: „Het mooie aan een mens is dat hij genaakbaar is.” © Michel Vanneuville

Om halfvier opstaan om te bidden, het is niet iedereen gegeven. Voor de monniken van de Sint-Sixtusabdij in Westvleteren daarentegen is het dagelijkse kost. In de nacht van 3 op 4 november verlaten ze de abdij om deel te nemen aan de Nacht van de vrede in Langemark, het dorp dat in november 1918, na vier jaren van ongenadig oorlogsgeweld, een woestenij was. Een eeuw later is Langemark een oefenterrein voor vrede. Tijdens twaalf vredeswakes tijdens de afgelopen vier jaar werden duizenden mensen in beweging gebracht voor vrede.
„Ware vrede met jezelf en met anderen is een levenslange leerschool”, zegt Manu Van Hecke (67), bijna 22 jaar abt van de Sint-Sixtusabdij en een van de peters van Wakker voor vrede.
– Waarom is het belangrijk de Eerste Wereldoorlog te herdenken?
Ik praat liever over de oorlog ‘gedenken’ dan over ‘herdenken’. „Gedenk, mens”, is een woord dat vaak klinkt in de Bijbel. Als mensen zijn we ingeschreven in een geschiedenis van wel en wee, van het schoonste waartoe een mens in staat is, maar evenzeer van wat we onmenselijkheid noemen. De Eerste Wereldoorlog is ongetwijfeld een zwarte bladzijde uit onze geschiedenis. Het gedenken ervan mag niet verstommen, omdat een mens slechts langzaam leert. Denken we maar aan de Tweede Wereldoorlog en aan de oorlogen die vandaag woeden in tal van landen. Tegelijk getuigen die gruwelijke gebeurtenissen ook van een intens verlangen van mensen naar vrede.
– Hoe zijn oorlog en vrede met elkaar te rijmen?
Ik geloof oprecht dat in iedere mens een verlangen naar vrede leeft. Helaas schuilt in ieder van ons ook agressie en kwaad. Soms is er niet veel nodig om iemand te kwetsen of in woede te doen uitbarsten. In die zin is iedereen in staat tot oorlogvoering. Dagelijks worden tal van kleine oorlogen uitgevochten, niet op de laatste plaats in onszelf. Volgens de heilige Benedictus is iedere monnik een strijder. Het klinkt misschien militaristisch, maar als mens moeten we ‘vechten’ voor vrede, door allereerst het gevecht met de demonen in onszelf aan te gaan. Dat is vandaag niet vanzelfsprekend.
– Voor velen is een abdij een „Vrede bekom je niet door confrontatie en conflict uit de weg te gaan” plek van rust en vrede. Klopt dat beeld?
Aan de ingang van de abdij prijkt de spreuk Pax intrantibus, wat betekent ‘vrede aan wie hier binnenkomen’, het woord dat ook de verrezen Christus sprak. Die spreuk drukt ons verlangen naar vrede uit. Niet toevallig ook heet het café, gelegen in de schaduw van de abdij, In de Vrede. Een overste van een ander klooster die ons bezocht, zei ooit al lachend dat schijnbaar ook bij ons „de vrede buiten het klooster gezocht moet worden”. Daar schuilt enige waarheid in. In vrede proberen samen te leven, is ook voor ons een dagelijkse opgave.
– In welke mate is het leven in een abdij een bevoorrechte plek om een meer vredevolle mens te worden?
Wanneer je als monnik zeven keer per dag de stilte ingaat, kom je als vanzelf de demonen in jezelf tegen. Tenzij je het gebed gebruikt als een vlucht, maar dat is uiteraard niet de bedoeling. Vrede bekom je niet door confrontaties uit de weg te gaan en als abt al zeker niet. Soms is het noodzakelijk grenzen te stellen. Sommige conflicten kun je bovendien niet zomaar uit de weg gaan. Ontmoeting is de enige weg naar ware vrede en een samenleven in harmonie. Al kan het helpen de tijd te nemen een conflict te laten bezinken. Zo ga ik zelf graag wandelen op het Dozinghem Military Cementary, het Britse soldatenkerkhof nabij de abdij met meer dan drieduizend gedenkstenen van gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog. Het is een paradoxale plek. Enerzijds wreed, omdat ze barbaarse herinneringen oproept. Anderzijds uitnodigend, omdat ze een vredige rust uitstraalt. Ik kom er telkens weer tot mezelf.
– Wat kunnen wij doen aan oorlogen ver van huis?
Het ergste wat ons kan overkomen, is dat we niet langer geraakt worden door wat in de buitenwereld gebeurt. Want dan worden we onverschillig. De Indiase vrijheidsstrijder Mahatma Ghandi pleitte er sterk voor om de onaanraakbaarheid uit ons leven te bannen. Het eigene en mooie aan een mens is net dat hij genaakbaar is. Pas dan kunnen we ook solidair zijn en dat vinden we als monniken ontzettend belangrijk. Zowel bidden als het gedenken van oorlogen hebben als doel almaar dieper in de vrede binnen te gaan.

Lees meteen verder

Ik ben nog geen abonnee

Krijg 1 maand toegang
voor €5
OF

Word abonnee
voor €45
tot eind 2024

Registreer je hier