Verdeeld, maar met respect

Op de voorgrond

Betwistbare enquête: helft Belgen zegt dat religieuze verschillen verdeeldheid zaaien

  • BBC-onderzoek ziet tweespalt in driekwart van onderzochte landen
  • Foutenmarge onderzoek allicht te hoog
  • Vier op de tien Turkse Vlamingen stellen geloof boven wetten

Religies moeten hun verschillen overstijgen, meent ook mgr. Jozef De Kesel. © Belga Image
Religies moeten hun verschillen overstijgen, meent ook mgr. Jozef De Kesel. © Belga Image

Een online-enquête van het marktonderzoeksbureau Ipsos voor de Britse openbare omroep BBC verzonk de voorbije weken in het ‘hot’ nieuws. Nochtans leken sommige uitkomsten vrij markant. Ipsos vroeg begin dit jaar bijna 20.000 volwassenen tussen 16 en 64 jaar in 27 landen naar hun houding ten opzichte van de verdeeldheid en de sociale spanningen in hun land. Op die basisvraag gewaagt 76 procent van tweespalt in hun land, met Servië (93 procent) en Argentinië (92 procent) als uitschieters.
Als grootste oorzaak van de spanningen verwijst 44 procent naar de uiteenlopende politieke standpunten, 36 procent naar de kloof tussen rijk en arm, 30 procent naar de verschillen tussen immigranten en zij die in hun land geboren zijn, en 27 procent naar de verschillen tussen de religies. En wat blijkt? De helft van de (500) ondervraagde Belgen legt de oorzaak van sociale spanningen precies bij die verschillen tussen godsdiensten. Daarmee gaan we net Groot-Brittannië, Oostenrijk (beide 47 procent) en Frankrijk (45 procent) vooraf. Nog volgens Ipsos gelooft 31 procent van de Belgen dat het mixen van mensen met een andere religie tot conflict kan leiden. Bovendien vindt 19 procent dat je mensen van een andere godsdienst beter niet vertrouwt. Enkel Spanje (20 procent) gaat ons in dat wantrouwen nipt vooraf.
Jaak Billiet van het Centrum voor Sociologisch Onderzoek aan de KU Leuven is allerminst onder de indruk van het Ipsoswerk en maant aan tot grote omzichtigheid bij de interpretatie van de resultaten. „Dit commerciële product laat niet toe om te sterke conclusies te trekken”, waarschuwt hij. „Het onderzoek spreekt van een foutenmarge van ongeveer vijf procent voor steekproeven bij vijfhonderd personen, maar een foutenmarge kan enkel berekend worden als de steekproef toevallig is, en dat is hier niet het geval. Dit soort peilingen heeft een hoge non response. De foutenmarge kan dus veel hoger liggen.”
Voor Jaak Billiet Belgen van buitenlandse herkomst respecteren andersgelovigen is het alleszins „fout om op basis van deze cijfers te beweren dat ons land koploper zou zijn van die opvatting”. Een groep West-Europese landen zit daarvoor te dicht bij elkaar. Hij verwijst liever naar het „degelijk” Europees Sociaal Onderzoek (ESS), een tweejaarlijks sociaalwetenschappelijk onderzoek dat sinds 2002 wordt uitgevoerd in heel Europa. „Daaruit blijkt,” zegt Billiet, „dat België weliswaar minder openstaat dan de noordelijke landen, maar toch minder intolerant is dan enkele Centraal- en Zuid-Europese landen.”
Het toeval wil dat begin mei, enkele weken na de publicatie van de Ipsosenquête, het opinieonderzoek Samenleven in diversiteit 2017 verscheen, een nieuwe grootschalige enquête van het Agentschap Binnenlands Bestuur en Statistiek Vlaanderen, afgenomen in 2017 bij bijna 4.500 personen van Belgische, Marokkaanse, Turkse, Poolse, Roemeense en Congolese herkomst. Daaruit blijkt dat de ruime meerderheid (80 tot 98 procent) van al die groepen zegt evenveel respect te hebben voor mensen met een ander geloof als voor mensen van hun eigen geloof. Die bevinding lijkt de argwaan uit het Ipsosenquête ietwat te milderen.
Toch maken sommige groepen ook onversneden hun punt. Zo zijn ongeveer vier op de tien Turkse Vlamingen van mening dat de regels van hun geloof altijd moeten voorgaan op de Belgische wetten. Bij Marokkanen en Congolezen is dat ongeveer twee op de tien.
De westerse manier van leven gaat voor trouwens evenveel mensen van Turkse origine (36 procent) wel/niet samen met hoe moslims leven. Bovendien vindt meer dan de helft van de Turkse (58 procent) en Marokkaanse herkomstgroep (52 procent) het niet kunnen dat zijn of haar dochter zou omgaan met een partner van een ander geloof. Dat geldt nagenoeg evenzeer voor het geval de zoon een partner van een ander geloof zou hebben. De helft van de Turkse Vlamingen en 42 procent van de Marokkaanse Vlamingen kunnen daar niet mee leven.

Lees meteen verder

Ik ben nog geen abonnee

Krijg 1 maand toegang
voor €5
OF

Word abonnee
voor €45
tot eind 2024

Registreer je hier