Zelf de lente maken

Standpunt

”Zeg nooit zomaar: „De lente begint.” Het is ingewikkelder dan u denkt. Op school leerden we dat de lente op 21 maart begon. Simpel en duidelijk. Vandaag moet u eerst verduidelijken of u de astronomische of meteorologische lente bedoelt. Tja, alles wordt complexer.
De astronomische lente houdt rekening met de stand van de aarde ten aanzien van de zon. Wanneer de dag precies even lang is als de nacht, begint de lente. Dit jaar is dat op 20 maart, om 17.15 uur, Centraal-Europese tijd. U heeft dat moment gemist? Geen probleem, op enkele enthousiastelingen na stond niemand erbij stil. Daarnaast is er ook de meteorologische lente. Die is eenvoudiger, want gebaseerd op een internationale afspraak. De meteorologische lente begint op het noordelijke halfrond elk jaar op 1 maart en duurt tot 31 mei.
Laten we eens lekker dwarsliggen en het begin van de lente gewoon op 21 maart blijven vieren. Dat is dus vandaag, de dag waarop deze Kerk & leven in uw bus valt, als de post tenminste een beetje wil meewerken. Een nieuwe lente, een nieuwe Kerk & leven. Een groot geluk komt nooit alleen, weet u wel.
Veel mensen houden van de lente (misschien met uitzondering van hardnekkige hooikoortspatiënten). Dat seizoen staat immers symbool voor een nieuwe start. De zon schijnt vaker, de temperaturen stijgen, de natuur ontluikt. De dagen worden langer, de kledingstukken korter. Vogels gaan weer zingen, bouwen nesten en leggen eieren. De kat en de hond krijgen de kolder in de kop, de mens bij voorkeur ook. In de lente zijn we beter gehumeurd, optimistischer, positiever. Gezeur en geklaag botsen met het lentegevoel.
Misschien moeten we dat optimisme dit jaar eens wat grondiger uitdiepen. Ons welvarende Westen loopt er vaak te grimmig en grommend bij. Het is een cliché, maar wie al eens naar minder welvarende landen reist, merkt Wordt de Kerk aantrekkelijker als we klagen dat het vroeger beter was? meteen dat de plaatselijke bevolking vaak positiever in het leven staat. Objectief gezien hebben de mensen daar nochtans minder reden toe. Hoewel wij het sociaal en economisch beter hebben dan de overgrote meerderheid van de wereldbevolking, en beter dan onze voorouders, leven we toch in een tijdperk van boosheid, frustratie en wantrouwen.
Nu mogen we niet lichtzinnig beweren dat iedereen reden tot lachen heef. Ook ons welvarende landje ontsnapt niet aan ziekte, werkloosheid, armoede, relatiebreuken of andere tegenspoed. Al die bronnen van ongeluk zijn echter van alle tijden en komen ook elders in de wereld voor. Er zit bij ons iets fundamenteler fout. Onze welvaart heeft ons defensiever gemaakt, alsof we bang zijn om alles te verliezen. We ervaren de ander sneller als een bedreiging, we wantrouwen verandering, kijken pessimistisch naar de toekomst.
En hoe zit dat in onze kerkgemeenschap? We schreven hier vorige week al dat moedeloosheid in de rangen sluipt. De Kerk lijkt veeleer in de herfst dan in de lente te verkeren. Kerkgemeenschappen krimpen, kerkgebouwen en kloosters sluiten de deuren, roepingen zijn er nog nauwelijks. Hebben wij, gelovigen, dan wel goede redenen tot klagen? Misschien wel, maar wat schieten we ermee op? Wordt de Kerk aantrekkelijker als we klagen dat het vroeger beter was? Of schrikken we dan juist geïnteresseerden af?
Op de astronomische of meteorologische lente hebben we geen enkele impact. Die komt en gaat zonder onze instemming. De maatschappelijke en kerkelijke lente daarentegen, die bepalen we minstens gedeeltelijk zelf. Wij kiezen immers of we klagend of hoopvol door het leven gaan. Laten we wat vaker lentemensen zijn. Mensen die bloeien, die een zonnetje zijn, die licht geven in de duisternis. Mensen die geloven in nieuw leven en daarom het leven omhelzen. De lente maken we zelf.”

Lees meteen verder

Ik ben nog geen abonnee

Krijg 1 maand toegang
voor €5
OF

Word abonnee
voor €45
tot eind 2024

Registreer je hier