Kleurrijke Kerk

Standpunt

”Op het eerste gezicht hebben onze Klapstoel en ons Dossier niet veel met elkaar te maken. In de eerste rubriek interviewen we de nieuwe Miss België, de tweede neemt ons mee naar de Congolese, Burundese en Rwandese gemeenschappen in ons land. Toch loopt er een rode draad door die artikels. We maken telkens kennis met christenen van buitenlandse origine. Zijn we ons wel voldoende bewust van hun aanwezigheid in ons land?
De 22-jarige Angeline Flor Pua, de eerste Miss België van Filipijnse afkomst, spreekt in Kerk & leven ongegeneerd over haar geloof. Ook landgenoten met wortels in Congo, Burundi of Rwanda geven het geloof doorgaans een belangrijke plaats in hun leven. In onze steden ontstonden zelfs stevige geloofsgemeenschappen van buitenlandse origine. Afrikanen, Oost-Europeanen, Latijns-Amerikanen of Aziaten vieren, op basis van herkomst en taal, in afzonderlijke groepen eucharistie. Autochtone Vlamingen hebben niet altijd in de gaten dat er in onze steden sterke en levendige kerkgemeenschappen zijn ontstaan die sterk verschillen van onze autochtone parochies.
Hoe moeten we als Kerk omgaan met die gemeenschappen? De meest radicale antwoorden zijn de minst haalbare of wenselijke. Het ene extreem is hen te dwingen om op te gaan in onze bestaande parochiestructuren. Dat is gedoemd te mislukken. Ze vieren doorgaans in een andere taal en met andere gebruiken. Dwang zou enkel leiden tot frustratie. Het andere extreem is hen straal te negeren. Dat leidt tot parallelle circuits die elkaar totaal niet kennen. Op termijn krijgen we dan een ‘blanke’ Kerk op het platteland en een ‘gekleurde’ Kerk in de steden. Die tweedeling is niet wenselijk.
We staan dus voor de uitdaging om verbanden te stimuleren zonder te bruuskeren. Om geloofsgemeenschappen die onderling sterk verschillen met elkaar Zelfs grote verschillen hoeven geen onoverkomelijk obstakel te zijn in contact te brengen, zonder hun bestaan in vraag te stellen. Dat wordt een moeilijke oefening en een werk van lange adem.
Belangrijk is dat we minder gaan denken in klassieke schema’s, de Kerk niet louter zien als een piramide van territoriale niveaus. De uitdaging wordt de Kerk veeleer te bekijken als een netwerk, waarin de diversiteit groter is en de verbanden tussen de gemeenschappen gevarieerder. De katholieke Kerk hecht terecht veel belang aan eenheid, maar zal die eenheid anders moeten definiëren en organiseren. De diverse samenleving vergt een aanpak van ‘eenheid in verscheidenheid’. Beide woorden hebben daarin belang: we respecteren ieders eigenheid, maar beseffen tegelijk dat we ten gronde één Kerk vormen. Dat schept een band en die band moet stapje per stapje worden uitgebouwd en versterkt.
Die logica biedt ook nieuwe perspectieven voor andere tegenstellingen, die al langer binnen de (autochtone) Vlaamse Kerk bestaan. Als we de Kerk meer als netwerk zien, maakt het niet uit dat sommige gemeenschappen traditioneel zijn en andere moderner. Of dat parochies territoriaal denken en nieuwe bewegingen niet. Doordat er ruimte is voor eigenheid, hoeven zelfs grote verschillen geen onoverkomelijk obstakel te zijn. Weliswaar op voorwaarde dat we elkaar respectvol erkennen als leden van één grote kerkgemeenschap, dat de ene groep zich niet superieur voelt aan de andere.
Of we dat nu willen of niet, onze Kerk is kleurrijker geworden, in alle betekenissen. Liever dan de verschillen geforceerd weg te werken, moeten we werken aan verbanden tussen gemeenschappen. Hen helpen elkaar te ontdekken, van elkaar te leren. We hoeven de muren niet te slopen, als we er maar poorten in bouwen die de gemeenschappen met elkaar in contact brengen. Als de kleurrijke Kerk op een gezonde manier divers mag zijn, kan ze beslist ook één zijn.”

Lees meteen verder

Ik ben nog geen abonnee

Krijg 1 maand toegang
voor €5
OF

Word abonnee
voor €45
tot eind 2024

Registreer je hier